Het mirakel van de weggepoetste tijd: Maarten Baas in Museum Voorlinden

Portret van de kunstenaar bij Museum Voorlinden, foto Bram Vreugdenhil

Door Gerda J. van Ham

Hoe kun je kinderlijke verwondering vastleggen? Die vraag stelt vormgever en performer Maarten Baas (1978) zich voortdurend bij het maken van zijn tegendraadse objecten. Op aanstekelijke wijze meandert hij tussen ambacht, design, theater en film door. Hij ontwerpt klokken waarin hijzelf het uurwerk verzet en wankele stoelen van klei met metershoge rugleuningen. Tijdens zijn afstudeerproject ‘Smoke’ aan de Design Academy in Eindhoven (2002) voerde hij een studie uit naar schoonheid en perfectie. Zonder blikken of blozen zette hij design klassiekers (collectie Groninger Museum), ontworpen door Rietveld, Gaudi, Eames en Sottsass, met een gasbrander in de fik. De zwartgeblakerde restanten conserveerde hij met epoxyhars, zodat ze een tweede leven kregen. Baas groeide uit tot een veelgevraagde en rebelse ontwerper. Zijn opmerkelijke klokken op Paddington Station in Londen en luchthaven Schiphol worden dagelijks door duizenden reizigers met verbazing en een glimlach bekeken. In deze klokken verft en verwijdert Baas in real time de wijzers van de klok met een verfroller en poetsdoek. In 2012 riep The New York Times hem uit tot de top van 25 ‘Design Classics of the Future’. Onder de titel: ‘It’s about time’, presenteert Museum Voorlinden een avontuurlijk inkijkje in zijn oeuvre.

Real Time. De klok is een nuttig én verraderlijk ding. Ze toont de seconden, minuten en uren keurig verdeeld over de omtrek van een cirkel. Ondertussen verstrijkt de tijd, de wijzers veranderen van positie, de zestig minuten in een uur tikken weg. In 2010 filmde Maarten Baas voor zijn ‘Sweepers Clock’ op welke wijze twee mannen in blauwe overalls stoffig afval verplaatsen. Via een strak gespannen en voor de kijker onzichtbare vislijn, geven de vegers precies de afgebakende ruimte van de tijd aan. Er ontstaan twee aangeveegde, denkbeeldige wijzers, de een langer dan de ander. De mannen blijven onvermoeibaar doorvegen. Een intrigerend schouwspel te vergelijken met de Sisyfus arbeid als straf van de goden in de onderwereld. Klokslag 12 uur, vegen zij het stoffige afval tot twee wijzers die samenvallen. Het karwei van uren vegen is geklaard. De kijker zelf ziet hooguit een fragment van de tijd en heeft hoe dan ook geluk als de ‘Sweepers Clock’ precies op 12 uur uitkomt.

Still Maarten Baas, Paddington Clock 2021 expositie Maarten Baas, Voorlinden

Er volgen nog veel meer klokken. Maarten Baas ontwerpt allereerst de buitenkant, die varieert van doodsaai en burgerlijk tot gestapeld sloophout en gestroomlijnd design. Op inventieve wijze verschijnt hijzelf achter de wijzers. Zijn gezicht verandert bij elke nieuwe klok, van oude kale man met volle baard, zijn huidige gezicht met hoedje en indringende blik, tot zijn kinderlijke geschminkte alter ego. In ‘Real Time Grandfather Clock, The Son’, uit 2022 vermomde hij zich als een Peter Pan personage, de oudere jongen die verlangt naar zijn kindertijd. Op deze klok zijn de wijzers in klodders vrolijke kleuren paars en groen getekend, terwijl er geen cijfers op staan, hooguit een paarse vlek voor klokslag 12 uur. De klok ‘The Son’ is gemaakt van sloophout, gegoten brons, koper, gepatineerde nagels en digitale apparatuur.

Dat de kunstenaar zelf in de klok ‘woont’, is een mirakel dat veel kinderen, maar ook volwassenen fascineert. Vaak lopen kinderen om de klok heen en proberen het deurtje te vinden aan de achterkant. De vermomde kunstenaar, jong of oud verschijnt vaak fragmentarisch, vooral zijn hand is zichtbaar. Met een penseel of stift tekent hij de nieuwe tijd. Vervolgens poetst hij de tijd weer weg met een verfroller en doek. De interval van het tekenen en wegpoetsen is precies 5 minuten. Met een beetje geluk verschijnt Maarten of zijn alter ego herkenbaar in beeld. Maar meestal is slechts een fragment van zijn gestalte zichtbaar en gaat hij schuil achter een troebel venster. Terwijl de tijd verglijdt helpt Maarten de klok steeds een handje vooruit.

Maarten Baas, Real Time Mantel Clock Clay, 720 Children, expositie MaartenBaas in Voorlinden

Maarten Baas, Real Time Mantel Clock Clay, 720 Children, expositie Museum Voorlinden

Recent vroeg hij schoolklassen uit Den Bosch en Amsterdam, hem te assisteren voor ‘Real Time, 720 Children Clock’. Elk uur bestaat uit 60 minuten, bij het klokje rond passeren 720 minuten. Precies dat aantal schoolkinderen mochten mee doen. Zij maakten ieder afzonderlijk een tekening van een specifiek tijdstip. Dit experiment is een samenspel van kinderlijke eenvoud en vernuftige concentratie. Het ene kind werkt minutieus, het andere kind knoeit. De een plaatst de stip voor de wijzers in het midden, de ander slaat er een slag naar en komt verkeerd uit. Maarten ontwierp de kinderklok met synthetische klei in felle kleuren geel, blauw en rood. De grappige klokjes lijken op grote wekkers uit de Amerikaanse animatie serie The Flintstones.

Maarten Baas, The Empty Chair, 2023, foto Antoine van Kaam, expositie Voorlinden

“We worden ouder, wijzer en volwassener, maar verliezen daarmee ook onze kinderlijke energie. Ik zoek juist naar dat naïeve, naar die verwondering en nieuwsgierigheid”, aldus Maarten Baas. In deze zoektocht ontwierp hij (speciaal voor zijn expositie in Voorlinden) ‘The Empty Chair’, vijf schijnbaar wankele stoelen met metershoge rugleuningen, sommige kronkelen richting het dak. Ze passen in zijn serie ‘Clay-werken’ en zijn gemaakt van staal, synthetische klei en lak. Bij nadere beschouwing zijn de sporen zichtbaar van zijn boetserende handen. Ook deze onhandige stoelen wijken sterk af van het gestroomlijnde industriële design. De eerste versie van ‘The Empty Chair’ maakte Maarten Baas in 2011 voor een campagne van Amnesty International tegen de toenemende onderdrukking van schrijvers, journalisten, kunstenaars en activisten. De rug van de lege stoel lijkt op een Jacobsladder die tot aan de hemel reikt, een symbolische verwijzing van het gevecht van Jacob met de Engel, uit het boek Genesis. Voor Maarten staat die lege stoel voor de vrijheid van denken en spreken, met de spreekwoordelijke verwijzing: “The sky is the limit”. Een gedachte die spontaan opborrelde uit zijn creatieve brein.

Maarten Baas, Second Nature, Water 2021 Installation View Finland, foto Karoliina Redsven, expositie Maarten Baas, Museum Voorlinden

In zijn nieuwe video-installaties ‘I Think, Therefore I was’( 2019), en ‘Second Nature, Water’ mis ik zijn eigengereide plezier in onhandige speelsheid. Hier komen sociale media, de influencer en de elementen vuur, water, aarde en lucht op videoschermen, in een bonte kakafonie op het netvlies. De waterval aan beelden en visies schieten, wat mij betreft, virtueel hun doel voorbij. Een vermoeiende exercitie voor de kijker, terwijl Baas juist uitblinkt in jongensachtige bravoure. Baas lijkt in zijn werk te worstelen met dit dilemma: het nieuwe botst op het oude, de technologie met het handwerk en de versnelling met de verstilling. Zijn balanceer act tussen opgroeien en kind blijven. Hopelijk weet hij ook in de nabije toekomst zijn Peter Pan persona te koesteren en ruimte te geven. Dat vereist tijd en psychologisch inzicht. Zijn magische klokken zijn daar de stille getuigen van.

Maarten Baas, Real Time, Grandfather Clock,Self Portrait, expositie Maarten Baas, Voorlinden

Maarten Baas, Real Time, Grandfather Clock, Self Portrait, 2015, foto Courtesy of Carpenters Workshop Gallery, expositie Museum Voorlinden

Maarten Baas, It’s about time, Museum Voorlinden, t/m 24 september, www.museumvoorlinden.nl

 

 

 

 

Reageren