American Photography: niet alleen de Amerikaanse Droom

 

James van der Zee, Studio Portret, Harlem, New York

Door Gerda J. van Ham

Na Modern Times (2014) en New Realities (2017), twee succesvolle exposities in het Rijksmuseum, is American Photography (2025) wederom een overzicht van de fotografiegeschiedenis, dit keer gezien door de ogen van Amerikanen. Mattie Boom en Hans Rooseboom, dertig jaar lang collega-conservatoren fotografie, werkten acht jaar aan deze Amerikaanse expositie. Zij reisden viermaal naar de VS, doorzochten beeldbanken en catalogi, bezochten beurzen, verzamelaars en musea en baanden zich een weg door privécollecties en bibliotheken. Hun ongebreidelde nieuwsgierigheid naar impressies van de Amerikaanse samenleving werd in vele registers uitgeleefd.

De idealen van ‘The American Dream’ (welvaart voor iedereen) kregen negen museumzalen toebedeeld, terwijl de immigranten die in grote getale hun toevlucht zochten in het land van ‘overvloed en onbehagen’, niet worden vergeten. De hooggespannen verwachtingen, iedere krantenverkoper kon zich opwerken tot miljonair, spatte uiteen in de ratrace van het kapitalistisme. De teloorgang van de auto-industrie en de bittere rassenhaat tonen de achterkant van de medaille. Oorlogen in Vietnam en Irak kostten tienduizenden militairen het leven. Zij werden met groot militair vertoon gerepatrieerd, hun doodskisten bedekt met de Amerikaanse vlag. ‘Daddy is home.’

De Amerikaanse vlag, The Stars and Stripes sieren of ‘ontsieren’ menige foto. Het is een rode draad door de expositie. Achter elke foto gaat een wereld van optimistische of tragische symboliek schuil. De oorspronkelijke bevolking, de Indianen, werden verdreven naar reservaten en de toestroom van immigranten en migranten nam bijkans Bijbelse proporties aan. Iedereen hoopte op een beter leven en meer welvaart dan zijn ouders en voorouders. Welvaart waarin het huis, de auto, ijskast en vakantie glorieerden. Die voorouders hadden nog geen camera om hun leven vast te leggen, hun kinderen wel. American Photography toont dat leven in al zijn vezels en poriën, van schoenpoetser tot Tupperware party.

Ming Smith, America seen through Stars and Stripes

American Photography is geen parade van grote namen met glamour foto’s. Eerder het tegendeel. Naast gerenommeerde fotografen (Saul Leiter, Nan Goldin, Diana Arbus, Robert Marplethorpe of Andy Warhol) zijn amateurkiekjes te zien en covers van tijdschriften (Life Magazine), platenhoezen, reclamebrochures en voorwerpen voor huiselijk gebruik. Zelfs kerkwaaiers (voor lange kerkdiensten zonder airco) met het portret van Martin Luther King ontbreken niet. Op de achterzijde van de ‘church fan’ werd reclame gemaakt voor uitvaartondernemers. In tijden van nood, kon de verhitte kerkganger een telefoonnummer bellen. Aan de hand van foto’s zie je hoe jong en oud, rijk en arm, inheems of migrant hun weg zochten in de Amerikaanse samenleving. Het ene succes was voor de ander een catastrofe. Ook in ver afgelegen streken (ergens langs de frontier) kwam tijdens de Burgeroorlog af en toe een fotograaf langs. Dankzij de fotografie konden huiseigenaren op de prairie een originele foto van hun huis in handen krijgen. De ferrotypie-techniek veroorzaakte een sensationele schok, de foto was origineel, een andere afdruk bestond niet. Toen moest de revolutie van de Kodak nog uitbreken.

Amateurkiekje, Family standing beside their Cadillac

Op een kleine polaroid foto (7,5 x 7,5 cm) staan een zwarte moeder, een dochter en een zoon met stemmige hoofddeksels in hun zondagse kledij. Opvallend is de stille straat met eentonige huizenblokken. Was het een impulsief idee van de vader, om zijn gezin naast een Cadillac (type Cinderella) te laten poseren? We kunnen het motief lastig achterhalen, maar de aandacht voor de compositie op dit amateurkiekje is verbluffend. Het portier staat op een kier, het zou kunnen dat de familie gaat instappen. Of is het een goed gelukte grap, de fotograferende vader zet zo de stand- en rassenverschillen op scherp. Natuurlijk is die auto niet hun bezit. Ze zouden zich de jaloezie van andere zwarte buurtbewoners op hun hals halen. Kees Keijer, journalist van Het Parool, keek eens goed met een loep. Hij zag op de auto achter de Cadillac een politieke folder voor een voorverkiezing. Ook herkende hij het type architectuur, dit moest een buitenwijk van Baltimore zijn, en wel rond 1961.

Een dergelijke speurtocht naar het verhaal achter de foto, typeert deze expositie. Het lezen van de heldere en informatieve tekstbordjes die het onderliggende verhaal vertellen, is wel een inspannende activiteit, maar geeft de expositie glans en focus. Ook de platenhoes van het fameuze Woodstock popfestival (1969) hangt aan de muur. De grond ligt bezaaid met afval alsof kruitdampen optrekken na een veldslag. Hippies in Flower Power outfits hadden er de tijd van hun leven. Bij het verschijnen van de platenhoes was één bezoekster onaangenaam getroffen, zij zag zichzelf terug in een innige omhelzing met haar geliefde, gewikkeld in een versleten deken. Ze had haar gelovige familie voorgelogen dat ze naar de kerk zou gaan, nu moest ze opbiechten dat ze zich dagen en nachten lang had ondergedompeld in de wereld van protestsongs.

Een van de grootste thema’s in de Amerikaanse geschiedenis, de rassensegregatie, is op veel foto’s voelbaar aanwezig. Jonge witte vrouwen die de eerste zwarte medestudente in 1957 bij aankomst op de universiteit uitjoelen. Een zwarte vrouw achter in de bus (foto Robert Frank), terwijl witte mensen gewoon voorin zitten. Zwarte kinderen die als straatschoffies moeten zien te overleven in New York. Het gezicht van een zwart jongetje dat aan het trommelen is, spreekt boekdelen. De minachting voor de zwarte medemens wordt in zwart/ wit fotografie extra zichtbaar. Daarom is het des te interessanter dat in de Afro-Amerikaanse cultuur een tegenbeweging op gang kwam, de ‘Harlem Renaissance’.

Krantenjongens wachten op een speciale editie van Base Ball

Bij een gerespecteerde handelaar stuitten Mattie Boom en Hans Rooseboom achter in een afgeschermd hoekje op de beurs Paris Photo op een doos vol ongesorteerde foto’s. In die doos zat een opvallend studioportret van een zwarte zelfbewuste man op een stoel. Hij kijkt zonder blikken of blozen de camera in. James van der Zee bleek de fotograaf te zijn, de naam van de man die poseerde, is nooit achterhaald. Van der Zee signeerde de foto met de hand alsof het een schilderij betrof. Voor zover bekend is er van deze prachtige foto geen andere afdruk bekend. Van der Zee bezat meerdere studio’s in Harlem, en wist zich ook verdienstelijk te maken als ober, liftbediende, pianist en violist. Een man die veel ballen in de lucht hield om te overleven. Als fotograaf verwierf hij enige roem, maar zijn foto’s zijn nooit doorgedrongen tot de canon van de Amerikaanse fotografie. Hans Rooseboom benadrukt dat juist de vondst van dit trotse jongensportret een aangename verrassing was. En de desbetreffende foto was prettig geprijsd, in elk geval onder de 5000 dollar.

Ook vrouwelijke zwarte fotografen organiseerden zich om kans te maken hun werk gezamenlijk te exposeren. Juist die collectieve aanpak wierp haar vruchten af. De Afrikaans-Amerikaanse Ming Smith brak zodoende met haar beroemde foto ‘America seen trough Stars and Stripes’ door het glazen plafond van de fotografie, een wereld die lang door witte mannen, krantenredacties en tijdschriften werd gedomineerd. Ook zij documenteerde de zwarte gemeenschap op een positieve manier. Uiteindelijk kozen Mattie en Hans haar foto als promotiebeeld van de expositie. In de spiegelende bril van de zwarte jongeman op de voorgrond wordt de stedelijke omgeving van skyscrapers en intimiderende auto’s zichtbaar. Wie goed kijkt ziet net naast het silhouet van de man met de spiegelende glazen een been en schoen. Dat is de fotografe zelf, Ming Smith. Zij stapt bewust uit de schaduw voor wat later blijkt: een iconische foto.

Wat de overrompelende expositie American Photography vooral duidelijk wil maken is, dat iedereen altijd en overal uit zijn eigen schaduw kan stappen. Amerika is nog steeds het land van de vergezichten en onbegrensde mogelijkheden. Maar deze medaille heeft wel een keerzijde.

De expositie American Photography in het Rijksmuseum duurt tot en met 9 juni. Voor meer informatie http://www.rijksmuseum.nlhttp://www.rijksmuseum.nl

 

 

museum.

 

Reageren