Weer en wind in Singer Museum Laren

Jan Wiegers, Ameland, ca 1930, foto Lucie Th. Vermij, expositie Singer Museum Laren

Door Lucie Th. Vermij

*Thematentoonstellingen zijn leuk. Verrassend. Oeuvre-tentoonstellingen ook, die verhogen kennis over een kunstenaar, maar thematentoonstellingen vergroten je opmerkzaamheid en staat van verwondering. Zo ervaarde ik het een paar maanden geleden bij de bomen-tentoonstelling in het Museum van Gorinchem en nu bij de tentoonstelling ‘Weer en wind. Van Avercamp tot Willink’ in het Singer Museum in Laren.

Het weer is in Nederland alom aanwezig, ook als gespreksonderwerp. Door de klimaatveranderingen meer dan ooit en dan gaat het vooral over de ecologisch en maatschappelijk problematische kant. De temperaturen. De zeespiegel. De stormen. De droogte. De rampen. Het weer in de toekomst is heel onrustbarend en dat doen we zelf.

George Martens, Kattendiep in de regen, 1927, foto Lucie Th. Vermij, expositie Singer Museum Laren

De schoonheid van het weer blijft vooralsnog gelukkig ook. Wie veel wandelt of anderszins buiten verkeert kan erover meepraten. De sensatie van al die verschillende aspecten van het weer. De energie, de temperatuur, het licht, droogte en luchtvochtigheid. Het weer is een bron van inspiratie ook voor (amateur-)fotografen. De zwarte luchten. Elke dag sturen honderden mensen foto’s van ‘hun’ weer naar het journaal of een nieuwssite, in de hoop dat hun wondere luchten worden gekozen voor bij het weerblok.

De tentoonstelling ‘Weer en wind’ bevat ruim honderd kunstwerken uit de afgelopen vier eeuwen. De verzameling is samengesteld door Boudewijn Bakker, oud-hoofdconservator van het Stadsarchief te Amsterdam en specialist op het gebied van het landschap in de Nederlandse beeldende kunst. Hij heeft de tentoonstelling grotendeels ingedeeld in weertypen: ‘Storm en regen’, ‘Koud en guur, sneeuw en ijs’, ‘Zon en maan, mist en schemering’ en ‘Wisselend weer’. Maar er zijn ook restcategorieën als ‘Het weer op papier’ (grafisch werk) en ‘Het weer van vandaag’ met wat meer abstracte schilderijen. Weerbeelden blinken uit in oneindige kleurloosheid bij mist, regen en sneeuw en soms in overdadig felle kleuren bij zon of bij onweer. Op historische schilderijen zijn de kleuren doorgaans natuurgetrouw, maar hoe moderner hoe uitzinniger.

Jan Sluijters, Opkomende bui bij Heeze, 1909, collectie Rijksmuseum Twenthe, foto R. Klein Gotink, expositie Singer Museum Laren

De oudere werken in de tentoonstelling zijn veelal dramatische zeegezichten met schepen, machteloos in de storm, en schipbreuken. Verder zien we het eeuwige Nederlandse oerlandschap door de eeuwen heen: de kust, de polders, de rivieren en ook de steden. Wat ze gemeen hebben zijn de prachtige lichtgrijze tot donkergrijze woeste luchten, zoals op het olieverfschilderij ‘Polderlandschap met molens’ uit 1890 van Jan Hendrik Weissenbruch, ‘Huiswaarts’ uit 1874 van Anton Mauve en ‘Een stortbui bij Gouda’ door Willem Roelofs. Maar er zijn ook ‘duistere’ stadsgezichten te genieten zoals ‘De Dam’ (1896) door George Hendrik Breitner en ‘Het Koningsplein te Amsterdam bij avond’ (1927) door Jan Sluijters. 

Anton Mauve, Huiswaarts, 1874, foto Lucie Th. Vermij, expositie Singer Museum Laren

En er hangen verstilde wintergezichten als ‘Sneeuwlandschap bij ondergaande zon’ van Anton Mauve (ca 1885), ‘Kruiend ijs op de Maas bij Rotterdam’ door Adolf le Comte (1907), ‘Winter’ door Edgar Fernhout (1947) en 'Winter in de duinen van Schoorl' van Germ de Jong (1941), om er maar een paar te noemen.

 Naarmate de schilderijen hedendaagser worden zijn ze vrijer van opzet en kleuriger. Een paar werken die er met hun uitbundige kleur uitschieten zijn ‘Landschap met vrijend paartje’ door Henk Melchers (1926), ‘Zomer (Vrede)’ door Henk Chabot (1945), ‘Bloeiende tulpenvelden’ door Ferdinand Hart Nibbrig (ca 1892),‘Kattendiep in de regen’ door George Martens (1927) en ‘Ameland’ door Jan Wiegers (ca 1930).

 Er hangt ook veel grafisch werk: uiteraard van M.C. Escher, ‘Rimpeling’ en ‘Modderplas’ (1952), de houtsnede ‘De wind’ van Henri Jonas (1921), de ets ‘Wintertakken’ door Anna Metz (2009), de litho ‘Winterlandschap’ door Aart van Dobbenburgh (1928) en nog veel meer.

Carel Willink, Gezicht op een stad, 1944, collectie Museum Het Valkhof, expositie Singer Museum Laren

Voor wie van het Nederlandse weer houdt, ongeacht welk weer, is deze tentoonstelling puur genieten. Je realiseert je dat je maar een minuscuul onderdeeltje bent van het grote spel der elementen. De tentoonstelling wordt begeleid door gedichten uit het boek Weer en wind – 100 gedichten en 100 gezichten, mede samengesteld door Nicolaas Matsier.

'Weer en wind, van Avercamp tot Willink' is te zien tot en met 5 januari 2020

Singer Museum, Oude Drift 1, 1251 BS Laren.

 Voor meer informatie: http://www.singerlaren.nl

 

 

 

 

Reageren