Expositie ‘We are animals’ in Kunsthal Rotterdam: mede-dieren of beesten?

Candida Höfer, Zoologischer Garten Paris II, 1997, Courtesy the Artist

De tentoonstelling ‘We are animals’ gaat over de manier waarop (wij) mensen omgaan met dieren en dan vooral over onze zelfbenoemde liefde voor dieren. Die heeft tamelijk dubieuze kanten. Moet je ‘We are animals’ vertalen als ‘Wij zijn dieren’, in de zin van mede-dieren, of als ‘Wij zijn beesten’? In de Kunsthal in Rotterdam.

Door Lucie Th. Vermij

Dat gevoel dat (wij) mensen beestachtig met dieren omgaan krijg je het sterkst bij foto’s van de Duitse fotografe Candida Höfer van een reeks grote Europese dierentuinen waarin dieren in vaak kale betonnen ruimten opgesloten zitten. Het zijn weliswaar foto’s uit de jaren negentig en sindsdien zijn de opvattingen over dierenwelzijn in dierentuinen behoorlijk veranderd. Dieren krijgen een passender ‘natuurlijker’ omgeving en meer ruimte. Maar of die nieuwe inzichten in alle dierentuinen doorgevoerd zijn mag je maar hopen. Het blijft een wrang gegeven en confronterend om te zien dat mensen dieren opsluiten voor hun eigen genoegen. Zelf benadrukken dierentuinen tegenwoordig liever hun beschermende rol en claimen ze essentieel te zijn voor het voortbestaan van soorten.

De tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met het Deense ARKEN Museum of Modern Art, zo’n 20 km van Kopenhagen, waar de expositie in 2020 al vertoond is. Er doen 30 hedendaagse kunstenaars mee. Hun blik op de relatie tussen mens en dier staat centraal: hoe we van dieren houden, hoe we naar ze kijken en onszelf erin terug zien, hoe we dieren manipuleren en ze gebruiken als consumptieproducten. Sommige werken  geven uiting aan bewondering voor dieren als wonderlijke wezens, waar wij van alles van onszelf in herkennen. Humoristische afbeeldingen  van dieren door de  Engelse kunstenaar David Shrigley, waar korte tekstjes bij geschreven zijn met menselijke emoties. Maar dat dieren emoties zouden hebben als wij is natuurlijk allemaal projectie.

Kunsthal Rotterdam, We Are Animals, 2021. Foto Marco De Swart

In fabels en mythen kennen mensen dieren menselijke eigenschappen toe: de sluwe vos, de koppige ezel, de wijze uil. Deze verhalen komen ook aan bod. Om er een te noemen: de sculptuur van een levensgrote kameel, die gefixeerd naar een grote naald kijkt, een werk de Amerikaanse kunstenaar John Baldessari.

John Baldessari, Camel (Albino) Contemplating Needle (Large), 2013, Courtesy the artist and Beyer Projects

Mensen omringen zich graag met aaibare, schattige wezens. Speelgoedwinkels liggen vol met knuffeldieren. Kattenfilmpjes worden massaal gedeeld en bekeken op social media en je moet ze niet de kost hoeven geven die het huisdier als favoriet familielid beschouwt. Een aantal kunstenaars onderzoekt dit fenomeen en toont de keerzijde, zoals de enorme suikerzoete schilderijen van internetkatten door de Duitse kunstenaar Martin Eder die het lieflijke welhaast monsterlijk maken. Je loopt over deze tentoonstelling met een mengeling van vertedering en afschuw. De installatie van Maurizio Cattelan, met een opgezet konijn hangend aan extreem lange oren, maakt je bewust van de scheve machtsverhouding tussen mens en dier.

Paola Pivi, Have you seen me before?, 2008, Courtesy the artist and Perrotin

Opgezette dieren blijven moeilijk, ook al staat er nadrukkelijk bij vermeld dat alle opgezette dieren hier een natuurlijke dood zijn gestorven. Prominent in de zaal staat een wolf op een wagentje, een werk van kunstenaar Marc Dion. Het is bijzonder om dit dier dat zo lang verdreven was uit ons land van zo dichtbij in de ogen te kunnen kijken. Glazen ogen, dat wel. Het werk heet ‘Mobile Wilderness Unit’, een verwijzing naar de campers waarmee mensen op een comfortabele manier de wildernis ontdekken.

Er is echter ook allerhande vrolijkstemmend beeld: zoals een groep fel gekleurde ijsberen, gevederd, die in een soort yogahoudingen staan en liggen. Van een afstandje zien ze er  heel levensecht uit. Het is een werk van de van oorsprong Italiaanse maar nu in Alaska woonachtige kunstenares Paola Pivi. Heel vermakelijk maar toch ook weer wrang omdat deze dieren door de klimaatverandering zo bedreigd worden.

Daniel Firman, Nasutamanus, 2012, Courtesy the artist en Perrotin, foto Daniel Firman/Perrotin

Er hangt ook een olifant omgekeerd aan zijn slurf aan de wand. Het werk heet Nasutamanus, gemaakt door de Franse kunstenaar Daniel Firman. Heel wonderlijk, daar zo’n dier toch loodzwaar is. Ik heb er gefascineerd naar staan kijken en me geen moment afgevraagd van wat voor materiaal het gemaakt is. Het moet heel licht zijn en blijkt dan ook van glasvezel en polymeer. Op de website van de kunstenaar is te zien hoe op andere locaties de olifant in nog weer andere onmogelijke posities is opgehangen.
Al met al is het een uitdagende reeks beelden, die je niet gauw uit je hoofd krijgt. De knuffeldieren die de bezoeker in het winkeltje aan het eind van de tentoonstelling kan kopen lijken een slimme poging om de bittere nasmaak van de tentoonstelling maar gauw weer te vergeten. ‘We Are Animals’: van harte aanbevolen.

‘We Are Animals’ is te zien tot en met 24 oktober 2021
Kunsthal, Museumpark, Westzeedijk 341, 3015 AA Rotterdam.

Voor meer informatie:
https://www.kunsthal.nl/nl/plan-je-bezoek/tentoonstellingen/weareanimals/

Catalogus:
‘Animals in Art’ (Engelstalig), met essays en artikelen van onder anderen Dorthe Juul Rugaard, Giovanni Aloi en Lisa Sjølander Andresen, ARKEN Museum of Modern Art, €19,95, ISBN 978-87-78751-36-2.

 

 

 

 

 

Reageren