Verwoestende aardbeving Lissabon 1755: Wrake Gods? Robert Verhoogt reist door de aarde

Lissabon tijdens de aardbeving van 1 november 1755, ingekleurde prent van onbekende kunstenaar

*Voltaire was er op 1 november 1755 niet zelf bij, hij schreef er in ‘Candide. Of het optimisme’ (1759) des te virtuozer realistisch over. Lissabon werd die dag getroffen door een aardbeving die bij de zwaarste uit de geschiedenis wordt gerekend: 8.5/9.1 op de Schaal van Richter. In een onderzoek uit 2015 schatte hoogleraar Mark Molesky het aantal slachtoffers op rond 40.000 in de stad zelf. In de Algarve, Spanje en Marokko waren nog eens 13.000 doden te betreuren. Een straf van God voor begane zonden? Menigeen in de achttiende eeuw die dat nog geloofde. Robert Verhoogt beschrijft in ‘Op reis door de aarde. Onder de grond in de negentiende eeuw’ hoe de wetenschappelijke zoektocht naar de oorzaak van aardbevingen na 1755 stap voor stap in een stroomversnelling kwam.

De aardbeving begon even na negen uur ’s ochtends, alsof God zijn straf extra zwaar had willen maken op Allerzielen. De verwoesting in de eeuwenoude stad was enorm, de onbekende kunstenaar – wie weet een overlevende - zal zich op de ingekleurde bovenstaande prent niet aan overdrijving schuldig hebben gemaakt. Voltaire in Candide: ‘Nauwelijks hebben ze de stad Lissabon betreden of zij voelen de aarde beven onder hun voeten. De zee komt kolkend opzetten in de haven en verbrijzelt de schepen die daar voor anker liggen. Een werveling van vuur en as bedekt de straten en pleinen: huizen storten in, daken worden op de fundamenten geworpen, en de fundamenten vallen uiteen:  dertig duizend inwoners van alle leeftijden en beiderlei geslacht worden verbrijzeld onder het puin.’ (….) ‘Wat kan wel de reden voor dit verschijnsel zijn?’, vroeg Pangloss – ‘De wereld vergaat!’, riep Candide uit.’

Voltaire (François-Marie Arouet, 1694-1778), opgevoed door de jezuïten, ging door het gruwelijke leed ernstig twijfelen aan de goddelijke goedheid. En als filosoof aan de optimistische Verlichting. Onder de Europese geleerden die op zoek gingen naar een bevredigender verklaring dan de Wrake Gods was John Michell van de Universiteit van Cambridge volgens Verhoogt toonaangevend. Hij publiceerde al in 1760 zijn ‘Conjectures concerning the Cause, and Observations upon the Phaenomena of Earthquakes’. De daadwerkelijke oorzaak van de beving had hij nog niet gevonden, maar hij had wel tamelijk nauwkeurig de locatie weten te berekenen: in de oostelijke zone van de Atlantische Oceaan voor de kust van Portugal. De grote filosoof/wetenschapper Immanuel Kant stelde vast dat de aardbeving was veroorzaakt door chemische reacties van stoffen in de bodem. In elk geval zéker niet uit de hemel, maar diep in de aardbodem zelf.

Verhoogt koppelt ‘Lissabon’ aan de desastreuze aardbeving die San Francisco trof in de vroege ochtend van 18 april 1906. De kracht was 7,8 op de schaal van Richter, er vielen naar schatting 600 tot 3000 slachtoffers, het aantal daklozen bedroeg 200.000 op een bevolking van 450.000, 28.188 gebouwen waren beschadigd. Hij volgt de wetenschappelijke observaties van onder anderen Humboldt, Mallet en Eduard Suess  tussen 1755 en 1906 op de voet. En wijst op het belang van de Duitse ontdekkingsreiziger en meteoroloog Alfred Wegener, die in 1915 in ‘Die Entstehung der Kontinente und Ozeane’ betoogde dat continenten niet altijd op dezelfde plaats hadden gelegen. Ze waren uiteen gedreven en pasten in elkaar als puzzelstukjes. Verhoogt: ‘In de jaren 1950 en 1960 werd dankzij de opkomst van nieuwe technieken en data de theorie van Wegener in toenemende mate bevestigd. Sindsdien staat de zogenaamde plaattektoniek centraal in het denken over de geologie.’

Johann Wolfgang von Goethe, Uitbarsting van de Vesuvius in 1787, Goethe-Schiller Archiv, Weimar

James Ussher berekende in de zeventiende eeuw dat de schepping van de aarde had plaatsgevonden op 23 oktober in het jaar 4004 v. Chr. De mensheid had meer tijd nodig om de ouderdom van de aarde te leren kennen. Verhoogt – een bevlogen en erudiete verteller - zet de schijnwerpers op kunstenaars en weetgierige markante figuren die in de ban raakten van het onderaardse. We ontmoeten de vermetele Goethe tijdens zijn klimtochten met de schilder Tischbein naar de onrustige kraters van de Vesuvius en Etna om die zo dichtbij mogelijk te bestuderen en Mary Anning die op het strand van Lyme Regis fossielen ontdekt. We kijken met  fotograaf Nadar naar de met menselijke resten gevulde catacomben van Parijs en graven met Isambard Kingdom Brunel een tunnel onder de Theems. Verhoogt citeert tot slot het geologische adagium van James Hutton (1726-1797) en Charles Lyell (1797-1875): ‘The present is the key tot the past’. Het omgekeerde is inmiddels ook waar, aldus de auteur. Hutton wees op de ‘deep history’ van de aarde, hoe gaat de ‘deep future’ eruitzien? Verhoogt, bezorgd: ‘Wat zijn de gevolgen van de klimaatverandering, zoals het verlies aan biodiversiteit, de energietransitie en de maatschappelijke en politieke implicaties? (….) Het doorgronden van al deze actuele maatschappelijke vragen vormt een ware uitdaging voor de wetenschappers, burgers, bedrijven en politici van vandaag en morgen. We hebben gezien dat we de inspiratie daarvoor kunnen vinden in het verleden.’

Johann Heinrich Wilhelm Tischbein, J.W. Goethe in de Campagna, 1787, Städel Museum, Frankfurt

‘Op reis door de aarde. Onder de grond in de negentiende eeuw’, Robert Verhoogt, 352 pagina’s, Walburg Pers, 24,99 euro

Voor meer informatie: https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789462494701/op-reis-door-de-aarde

Podcast: https://podcasts.apple.com/nl/podcast/hoog-tijd/id1538402181?i=1000500935061

Reageren