Gesneuvelde expressionist August Macke (1887-1914): blijmoedig kunstenaar in veranderende wereld

August Macke, Gemüsefelder. 1911, Kunstmuseum Bonn

Vooral geput uit de eigen collectie heeft het Kunstmuseum Bonn een grote tentoonstelling over August Macke en zijn Rijnlandse kunstvrienden gemaakt. De titel is ‘Aufbruch in die Moderne’, de omwenteling naar het moderne. Insteek zijn de maatschappelijke veranderingen die begin 20e eeuw intens om zich heen grepen. Macke sneuvelde in 1914, hij was pas 27, een treurig vroeg einde aan een creatief leven.

Door Lucie Th. Vermij

Van de Duitse expressionist August Macke zijn in Nederlandse musea helaas weinig werken te zien, niet ver over de grens in Bonn des te meer.
Begin 20e eeuw stonden er in Parijs, Berlijn, Wenen, New York en elders groepen jonge kunstenaars op die de sterke behoefte voelden de kunst te vernieuwen. Onder hen de Italiaanse futuristen en de Franse fauvisten met hun kenmerkende gebruik van felle, nauwelijks gemengde kleuren. In Duitsland waren twee groepen expressionisten actief: Die Brücke in Dresden en Berlijn (met Ernst Ludwig en Emil Nolde) en Der Blaue Reiter in München (met Franz Marc, August Macke, Wassily Kandinsky, Gabriele Münter, Marianne van Werefkin en Alexej von Jawlensky). Met vooral behoefte aan expressie van de subjectieve ervaring van de mens in zijn natuurlijke omgeving. Dat deden de Duitse expressionisten met vergelijkbaar felle kleuren.

Een van hen was August Macke (1887-1914). Hij groeide op in Bonn, studeerde aan de kunstacademie in Düsseldorf en aan de Berlijnse particuliere kunstopleiding van Lovis Corinth. In 1910 reisde hij naar München, waar hij vriendschap sloot met Franz Marc en korte tijd lid was van Der Blaue Reiter. Hij voelde zich daar niet op zijn plaats.

August Macke, Mariekirche mit Haüsern und Schornstein, 1911, Kunstmuseum Bonn

Macke zag zichzelf meer als voortrekker en vertegenwoordiger van het Rijnlandse expressionisme en verhuisde terug naar Bonn. Maar bleef met brieven en reizen in nauw contact met bevriende kunstenaars in München en Parijs, zoog de ontwikkelingen naar abstracte kubistische kunst in zich op en experimenteerde zelf ook in  die richting. In 1913 nam hij het initiatief tot de tentoonstelling ‘Rheinische Expressionisten’ in Bonn, waarmee hij de expressionisten uit het Rijnland naast dominantere stromingen een eigen podium gaf.

Honderden kleurige aansprekende werken heeft Macke nagelaten, waarvan een groot deel in het bezit van het Kunstmuseum Bonn. Macke had een heel eigen stijl, gekenmerkt door een vereenvoudigde compositie en levendige kleurentaal. Hij schilderde vooral landschappen en stadstaferelen. Beroemd zijn Mackes schilderijen van circussen, van vrouwen voor etalages, van parken en tuinen. Hij onderscheidde zich van andere expressionisten door een zachtere benadering, door een synthese van licht en kleur.

Macke liet zich graag beïnvloeden door andere kunstenaars. In het begin van zijn carrière was Paul Cézanne met zijn intense kleurgebruik zijn grote voorbeeld. Later Henri Matisse met zijn gebruik van  pure kleuren. Vervolgens raakte hij  zeer onder de indruk van Robert Delaunay die vergeleken met andere abstracte kunstenaars  uit die tijd  zoveel intenser met kleur omging. Macke had veel intense vriendschappen, ook internationaal. Op initiatief van Paul Klee en hun gezamenlijke vriend de Zwitser Louis Moillet ondernam Macke een drieweekse studiereis naar Tunesië, waar zij alle drie onvergetelijke aquarellen en tekeningen maakten. Helaas maakte de Eerste Wereldoorlog een abrupt eind aan dit creatieve leven. Macke werd in 1914 opgeroepen voor militaire dienst en sneuvelde vrijwel meteen op 27-jarige leeftijd.

August Macke, Rotes Haus im Park, 1914, Kunstmuseum Bonn

De tentoonstelling ‘Aufbruch in die Moderne. Sammungspräsentation August Macke und die Rheinischen Expressionisten’ is geïnspireerd op de expositie die Macke in 1913 organiseerde om te laten zien dat ook het Rijnland een belangrijke plek was voor beeldende kunst.

De insteek van de expositie van nu is dat er op alle levensterreinen veel dynamiek en beweging was. Een van de schilders die dat illustreren is Hans Thuar, een schoolvriend van Macke. Thuar schilderde vergelijkbare vereenvoudigde kleurige landschappen, maar ook de gevolgen van de industrialisatie zoals op ‘Raddampfer unter Brücke’. Dat geldt ook voor Paul Adolf Seehaus, met zijn beroemde futuristische ‘Leuchtturm mit rotierenden Strahlen’. Verder bleef mij bij het werk van de halverwege de jaren dertig naar Nederland gevluchte Heinrich Campendonk, ook lid van Der Blaue Reiter. Zo hangen er tientallen kunstenaars die in de jaren tien van de vorige eeuw een rol speelden in Bonn en omgeving en soms ook daarbuiten.

Hans Thuar, Raddampfer unter Brücke, 1923, Kunstmuseum Bonn

Van Macke zijn er vooral landschappen, portretten en mensfiguren. Hij koos zijn onderwerpen dicht bij huis. Zijn werk is een haast blijmoedige wandeling door de veranderende wereld, waar naast de kerktoren ineens een fabrieksschoorsteen te zien is. Kijken naar en genieten van die wereld om je heen, daar gaat het om in zijn werk. Het is treurig dat de oorlog zo vroeg een einde aan dit creatieve leven maakte.

Heinrich Campendonk, Stilleben mit zwei Köpfen, 1914, Kunstmuseum Bonn

De tentoonstelling ‘Aufbruch in die Moderne. Sammungspräsentation August Macke und die Rheinischen Expressionisten’ is te zien tot 27 juni 2024.

Kunstmuseum Bonn
Friedrich-Ebert-Allee 2, 53113 Bonn, Duitsland

https://www.kunstmuseum-bonn.de/de/ausstellungen/aufbruch-in-die-moderne/

Reageren