Rijkdommen Azië naar Amsterdam: spectaculaire expositie over Gouden Eeuw in Rijksmuseum

Geplaatst in Exposities en getagged met , , op door .
Japanse lakkabinetten uit de Gouden Eeuw, zeldzaam bruikleen uit Huis ten Bosch

Japanse lakkabinetten uit de Gouden Eeuw, zeldzaam bruikleen uit Huis ten Bosch

*De kunstschatten voor de spectaculaire expositie Azië > Amsterdam in het Rijksmuseum zijn de afgelopen vijf jaar verzameld in Moskou, Sint Petersburg, Versailles, Londen, Oxford, Madrid en Stockholm. Een van de hoogtepunten onder de bruiklenen komt 'gewoon' uit Den Haag: 'Huis ten Bosch' leende twee kostbare Japanse lakkabinetten uit. De expositie is daarnaast vooral óók een ontmoeting met voorouders die in de Gouden Eeuw een rol speelden op het Aziatische toneel.

Zoals Pieter Cnoll, in 1665 door Jacob Jansz. Coeman geportretteerd met zijn Hollands-Japanse echtgenote Cornelia van Nijenrode en hun dochters Hester en Catharina. Multiculturele huwelijken waren in die tijd heel gewoon. Cnoll was in 1647 in Batavia tot opperkoopman benoemd en verantwoordelijk voor de VOC-contacten in heel Azië. Dat had hem geen windeieren gelegd, op het schilderij staan ook twee van de vijftig slaven die het echtpaar in dienst had.

Jacob Jansz. Coeman, Pieter Cnoll en Cornelia van Nijenrode met hun dochters en slaven, collectie Rijksmuseum Amsterdam

Jacob Jansz. Coeman, Pieter Cnoll en Cornelia van Nijenrode met hun dochters en slaven, collectie Rijksmuseum Amsterdam

Op de expositie – georganiseerd met The Peabody Essex Museum in Salem, VS - staat de Verenigde Oostindische Compagnie op het hoogtepunt van haar macht, met maar liefst 40.000 Nederlandse, Europese en Aziatische medewerkers in dienst, niet zelden van het type ‘van krantenjongen tot miljonair’.

Wollebrand Geleynsz de Jongh was een van hen: hij groeide op in een weeshuis in Alkmaar, begon op 19-jarige leeftijd bij de VOC als assistent-koopman en eindigde als directeur van de VOC-handel in Perzië. Daar leidde hij in 1645 het bombardement op het Perzische eiland Qeshm om betere voorwaarden voor de handel in zijde af te dwingen. Na zijn terugkeer in Alkmaar werd Wollebrand in 1674 vereeuwigd door Caesar van Everdingen, ook hij met donker gekleurde bedienden aan zijn zijde. Ja, Jan Pietersz Coen – zijn portret hangt vlakbij Cnoll - was zeker niet de enige gezagsdrager die zich overzee aan gewelddaden schuldig maakte.

Andries Beekman, Het kasteel van Batavia, mogelijk 1661, collectie Rijksmuseum Amsterdam

Andries Beekman, Het kasteel van Batavia, mogelijk 1661, collectie Rijksmuseum Amsterdam

De zalen van de Philipsvleugel zijn rijk gevuld met voorbeelden van het kostbare porselein, lakwerk, sieraden, zilver, zijde en ivoor uit China, Japan, India en Indië dat in de Gouden Eeuw in Europa zo'n  sensatie teweeg bracht. De vormgeving is spectaculair: Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk maakten aquarellen met natuurmotieven die werden ‘opgeblazen’ tot 4000 m2 behang. Dat heeft de zalen een tropische ambiance gegeven.

De twee Japanse lakkabinetten – gemaakt ca. 1680, het onderstel is van begin 18de eeuw – verlieten Huis ten Bosch ooit alleen voor een tentoonstelling in het Paleis op de Dam tijdens het staatsbezoek van de Japanse keizer in 2000. Erop afgebeeld - onder meer - het jaarlijkse bezoek van de VOC-opperkoopman aan de Japanse keizer en het eiland Deshima, de enige pleisterplaats in Japan die buitenlandse kooplieden mochten aandoen.

Frederik Hendrik en Amalia van Solms en drie van hun dochters kijken richting de kabinetten op een monumentaal schilderij van Gerard van Honthorst (uit 1647). Deze Oranjes kregen niet voor niets een prominente plek: zij waren gepassioneerde verzamelaars van schilderijen en Aziatisch porselein en lakwerk.

Amalia was verantwoordelijk voor de ‘porselein-mania’ van de 18de eeuw: haar idee om in het interieur tientallen porseleinen vazen en kommen te zetten in plaats van hier en daar een voorwerp, vond overal in Europa navolging. Haar vier dochters - ze trouwden allemaal een Duitse prins - deelden de passie van hun moeder.

Gerard van Honthorst, Frederik Hendrik met zijn vrouw Amalia van Solms en hun jongste dochters Albertins Agnes, Henrietta Catharina en Maria, 1647, collectie Rijksmuseum

Gerard van Honthorst, Frederik Hendrik met zijn vrouw Amalia van Solms en hun jongste dochters Albertins Agnes, Henrietta Catharina en Maria, 1647, collectie Rijksmuseum

De expositie verhaalt ook over de inspiratie die Azië op Europese ambachtslieden en kunstenaars had. Delfts porselein is het bekendste voorbeeld,  maar ook een ‘eenling’ als Dirck van Rijswijck (1596-1679) reageerde op de smaak van de tijd. In zijn atelier in Amsterdam maakte hij met veel succes objecten van parelmoer op een zwarte achtergrond. Geen expliciet Japanse of Chinese voorwerpen, maar wel met een sterke verwantschap met luxueuze voorwerpen uit Azië. Een virtuoos paneel van Van Rijswijck van een bloemenvaas - ooit in de collectie van de Amsterdamse burgemeester Nicolaas Witsen - kwam over uit Dresden.

Waar kochten de ‘gewone’ Amsterdammers hun Oostindische waren? Dat was bijvoorbeeld in de winkel van Adriaen Claesz. Bleecker. Toen hij in 1664 stierf werd de boedel opgemaakt. Onder zijn voorraad een groot aantal stukken Japans porselein, katoen, zijde, twee kostbare Japanse lakkabinetten, 1700 rotan stokken (toen populair als wandelstok), 54 ‘Indische’ poppen en 17 Japanse prenten. Wie ‘Azië’ in huis wilde halen, vond de winkel om de hoek.

De expositie Azië > Amsterdam in het Rijksmuseum duurt tot en met 17 januari. Voor meer informatie: http://www.rijksmuseum.nl

Dirck van Rijswijck, paneel met bloemenvaas, onder meer ebbehout en parelmoer, 1654, a parrot, and insects, 1654, Staatliche Kunstsammlungen, Grünes Gewölbe, Dresden

Dirck van Rijswijck, paneel met bloemenvaas, onder meer ebbehout en parelmoer, 1654, Staatliche Kunstsammlungen, Grünes Gewölbe, Dresden

 

 

 

 

Reageren