‘Art is the antidote’ in Museum Voorlinden: kunst als tegengif tegen verdeeldheid

Ai Weiwei, Oil Spills, 2007, foto Lucie Th. Vermij

Wat waren die museumloze maanden leeg. Gelukkig mogen we weer. Op dus naar Museum Voorlinden in Wassenaar. Er is een tentoonstelling met werk uit de eigen collectie: ‘Art is the antidote’, kunst als tegengif tegen ‘lockdowns, verharding en verdeeldheid’.

Door Lucie Th.  Vermij

Een bijkomstigheid van het desastreuze corona-tijdperk was dat exposities niet doorgingen en musea hun eigen collecties met nieuwe ogen gingen bekijken én herwaarderen. Wat willen we daarmee? Wat is de rode draad? Er vloeien verrassende tentoonstellingen uit voort.
Museum Voorlinden maakte ‘Art is Antidote’ als antwoord op de sluiting van musea tijdens de lockdown.  Zeven zalen met 34 werken uit de eigen collectie waarvan ik sommige wel eens, maar de meeste nog nooit heb gezien. Ze komen uit de ‘Caldic Collectie’, de verzameling van Voorlinden-oprichter Joop van Caldenborgh. De collectie omvat moderne en hedendaagse kunst van Ai Weiwei, Louise Bourgeois, Marcel Broodthaers, Damien Hirst, Anselm Kiefer, Yayoi Kusama, Cindy Sherman, Sam Taylor-Wood, James Turrell en Robert Zandvliet, om maar wat grote namen te noemen. Daar is nu uit geput.

Zalen die verbazing, verwondering, nieuwsgierigheid en vaak ook een glimlach, een lach, oproepen. Het is niet altijd wat je denkt dat het is. Hoe werkt dat? Waar is het werk van gemaakt? Wie is de kunstenaar en wat heeft hij/zij willen uitdrukken?

Zhanna Kadyroa, Fillin in, 2012, foto Lucie Th. Vermij

Zo was ik verrast door ‘Fillin In’ (2012) van de Oekraïense kunstenares Zhanna Kadyroa (1981). Op de grond staan tientallen potten en pannen en emmers om lekkage op te vangen. De potten zijn tot aan de rand gevuld en stromen bijna over. Je vraagt je af: is het lekkage of zijn het potjes uit het atelier van de kunstenaar waarin verfkwatsen het water hebben verkleurd? De kleurrijke inhoud van de doorleefde potten ziet er uit als water, maar bij nadere inspectie blijkt het glazuur. Daardoor leeft de oude huisraad helemaal op. Kadyrova zou met dit werk refereren aan de propagandistische mozaïeken uit het Sovjettijdperk. De tegels in de oude potten zien er fris en modern uit, alsof er een nieuwe moderne wereld doorsijpelt in de Oekraïne.

Ook bijzonder is ‘Two cows’(2003) van de Indiase kunstenaar Subath Gupta (1962). Het werk bestaat uit twee met brons beschilderde ouderwetse herenfietsen met melkbussen aan het stuur: dat is hoe in India de melk wordt gedistribueerd. Gupta gebruikt alledaagse objecten uit de Indiase cultuur om misstanden aan de kaak te stellen. Hier laat hij zich inspireren door de dagelijkse distributie van melk in India. Die wordt er per fiets bezorgd. Net als Marcel Duchamp gebruikt Gupta kant en klare gebruiksvoorwerken en maakt hij er in de bronzen uitvoering kostbare luxegoederen van.

Subath Gupta, Two Cows, 2003, foto Lucie Th. Vermij

En dan stuiten we op prachtige zwarte glanzende ‘olievlekken’  op de grond, die bij nadere beschouwing van porselein blijken te zijn. Het werk is van de beroemde maatschappijkritische Chinese kunstenaar Ai Weiwei (1957), heet ‘Oil Spills’ (2007) en stamt uit 2007. Het is onmiskenbaar duidelijk commentaar op milieuvervuiling door het lekken van ruwe olie overal ter wereld op zee, maar gaat verder dan dat. Ai Weiwei  maakte dit werk in Jongdezheng, dat het keizerlijke porseleincentrum van China is, bekend om zijn exquise porseleinkunst. De fabricage van porselein is even schadelijk voor het milieu als het aanboren of lekken van olie.

‘Pegasus Dance’ (2007) van de Spaanse kunstenaar Fernando Sánchez Castillo (1970) is een video-registratie van een soort dans van twee pantserwagens met waterkanonnen van de Rotterdamse ME in de Rotterdamse haven. Deze waterkanonnen worden normaal gebruikt om grote menigten op afstand te houden en op te breken. In deze installaties laat Castilli de machines in een bijna sensuele choreografie sierlijke pirouettes maken terwijl ze in de avondzon om elkaar heen draaien en hun water rondspuiten. De machines lijken wel verliefd op elkaar. Heel mooi.

Inti Hernandez, Chair in disbalance, 2015, foto Lucie Th. Vermij

Of ‘Chair in Disbalance (Community of Two, Impossible)’ (2015) van de Cubaans-Amsterdamse kunstenaar Inti Hernandez (1976). Dit werk bestaat uit schommelstoelen die ongemakkelijk  in elkaar verweven zijn. Van oorsprong is de Cubaanse schommelstoel – kun je zeggen - een troostrijk meubelstuk, maar dit object kan helemaal niet schommelen, je kunt er niet eens op zitten, laat staan sámen. Het werk is een commentaar op de communistische maatschappij waarbij geen rekening gehouden wordt met het individuele behoeften.

Een half draaikrukje uit een boom gehakt is het werk ‘Aswivelstool’ (2015) van de Pools-Berlijnse kunstenares Alicja Kwade (1979). Fantastisch! Kwade zegt in haar werk de oppervlakkigheid van de wereld te onderzoeken en nodigt de kijker uit meer zijn/haar fantasie in te zetten bij het aanschouwen van de werkelijkheid. Wat zit er onder het oppervlak verborgen?  Zoveel is mogelijk, als je het maar wilt zien.

Zaaloverzicht met werk van Marlyn Pardidaen, foto Antoine van Kaam

Er hangen ook een paar schilderijen met tekstbeeld erop, zoals een lichtgeel schilderij met alleen de woorden ‘Ha Ha Ha Ha Ha’ erop. Het heet ‘I don’t mean to be funny / Yes you ARE and yes you DO / Corny Joke’ (2020) van de Nederlandse kunstenaar Joncquil (1973). Iedereen die ernaar kijkt  begint te lachen.  En kleine werken met daarop  de woordbeelden ‘Tja, Ach, Tss, Hmm, Pff, Ach, Euh, Tss, Tja, Pff, Euh, Ach, Tss, Pff, Hmm’ (2012) van de Belgische kunstenaar Merlyn Pardidaen (1975), tamelijk betekenisloze woorden, die in je hoofd  blijven resoneren en alle betekenis kwijt raken.

De zaal waar bezoekers het langst blijven is die met twee werken die samen één werk lijken. Aan de wand hangt een gifgroen neonwerk met de tekst ‘Entrez dans le jardin et oubliez la guerre’ (‘Betreed de tuin en vergeet de oorlog’) van de Schotse kunstenaar Graham Fagen (1966). Het werk is geïnspireerd op het verhaal van een Australische soldaat tijdens WO I in België. Tijdens WO I gebruikten Britse soldaten in het dorp Poperinge een huis als clubhuis. Ze vonden er een moment van rust. De Australiër die dit huis runde probeerde met tekstborden goed gedrag en ontspanning te stimuleren, bijvoorbeeld met een bordje richting de tuin. Dat is de oorsprong van de tekst die Fagen hier gebruikt.

Het werk op de vloer is van de Nederlandse kunstenaar Zoro Feigl (1983), die zich toegelegd heeft op kinetische kunst. Dit werk ‘A Long and Winding Road to Nowhere in Particular’ (2012) bestaat  uit een lange slinger van dik groen plastic dat over de grond kronkelt. Een machine brengt het plastic in beweging en het plastic beïnvloedt ook de beweging van de machine. Machine en plastic creëren samen een eindeloos veranderend patroon op de grond, terwijl ze met elkaar lijken te walsen. Bijzonder fascinerend.

Zaaloverzicht, foto Antoine van Kaam

Voorlinden is een van mijn favoriete musea omdat het de totaalbelevenis van kunst, natuur en architectuur centraal stelt. Bovendien is het prachtig gelegen tegen de duinen, de architectuur is fenomenaal ruim en licht. En er is  een tuin van de wereldwijd befaamde tuinarchitect Piet Oudolf, met er omheen het park, een heerlijk restaurant, sterke tentoonstellingen. Alles even goed. Voorlinden is – zoals het museum zelf ambieert - een oase van rust in de drukke Randstad, met kunst die een tegengif is.

‘Art is the Antidote’ is nu te zien. De website van het museum vermeldt geen einddatum.

https://www.voorlinden.nl/tentoonstelling/art-is-the-antidote/
Museum Voorlinden, Buurtweg 90, 2244 AG Wassenaar.
Entree € 24,50.
De Museumjaarkaart is helaas niet geldig.

Reageren