De Ploeg-lid Alida Pott uit schaduw mannen met solo in Groninger Museum

Alida Pott, Hilda Idema, 1923, Collectie Stichting De Ploeg, legaat Thijs Martens en Annemarie Martens-Bonnema, in bruikleen aan het Groninger Museum. Fotografie: Marten de Leeuw

Het befaamde Groninger kunstenaarscollectief De Ploeg – opgericht in 1918 – had vanaf het begin ook een gewaardeerd ‘dameslid’: Alida Pott. Ze trouwde in 1922 met mede-Ploeg-lid George Martens. Na haar overlijden in 1931 verborg hij haar werk. Hun twee zoons ontdekten dat pas na zijn dood in 1979. Nu heeft ze een solo-tentoonstelling  in het Groninger Museum: ‘Alida Pott & De Ploeg’.

Door Lucie Th. Vermij

Voor in het Groninger Museum de zalen met de prachtige collectie van De Ploeg beginnen hangen er zo’n dertig schilderijen van Pott in de goudgeel geschilderde entree. Haar oeuvre omvat bijna zestig olieverfschilderijen, aquarellen, tekeningen en collages. Al zijn hoeveelheid en maat bescheiden, de expressiviteit en eigenzinnigheid van haar werk is overtuigend. Waar de mannelijke Ploegleden rijkelijk olieverf gebruikten, werkte Alida Pott (1888-1931) met aquarel of krijt op papier. Je zou kunnen vermoeden dat aquarel ‘zachter’ is dan olieverf, maar niet bij Pott, want ze werkte met weloverwogen, strakke lijnen. Haar vrouwenportretten doen denken aan karikaturen: heel levendig en geestig. Ze hield van contour en sterke vormen en beheerste de kunst van het weglaten.

Alida Pott kan niet losgezien worden van de avant garde Groninger Kunstkring De Ploeg. Leden van het eerst uur waren Jan Wiegers, Johan Dijkstra, Jan Altink, George Martens, Simon Steenmeijer en Hendrik Werkman. De kunstenaars werkten graag in Blauwborgje, een boerderij iets ten noorden van de stad, een plek voor onderlinge discussies en portret- en landschapsstudies.

Pott groeide op in een gegoede ondernemersfamilie - haar ouders hadden een hoedenzaak in de stad Groningen. Ze werd opgeleid tot tekenlerares, een vak dat ze uitoefende aan de kweekschool voor onderwijzeressen. Vanaf het begin was ze lid van De Ploeg en niet zomaar lid, maar actief in het bestuur en toonaangevend. Nadat ze in 1922 trouwde met de zes jaar jongere Georg Martens en kostwinner en moeder werd - zodat hij vrij kunstenaar kon zijn - werd ze binnen De Ploeg minder actief. Pott overleed in 1931 aan de longziekte pleuritis.

Alida Pott, Boomgaard Blauwborgje, 1920, Collectie Stichting De Ploeg, legaat Thijs Martens en Annemarie Martens-Bonnema, in bruikleen aan het Groninger Museum. Fotografie: Marten de Leeuw

Ze schilderde vooral landschappen en vrouwenportretten. Haar werk valt op door helder kleurgebruik. Nog vóór de andere Ploegleden de moderne tendensen ontdekten, gebruikte Alida ze al in haar werk. En toen de andere leden van De Ploeg zich sterk lieten beïnvloeden door het Duitse expressionisme, ging Pott haar eigen weg.

Haar werk vertoont een hoekigheid die verwantschap laat zien met het kubistisch expressionisme van de Bergense School zoals dat van Else Berg en ook met Jacoba van Heemskerck en de vroege Mondriaan. Een bijzonder onderdeel van haar werk vormen haar collages,  vermoedelijk geïnspireerd op de dadaïstische collages van Kurt Schwitters.

Dat ze op de achtergrond raakte is bevreemdend, want binnen De Ploeg was haar reputatie gevestigd. Op de ledenvergadering in 1932 werd ze nog herdacht als een belangrijk lid, die door ‘haar kunnen en door haar uitgesproken persoonlijkheid tot de beduidendste onder de Ploegleden’ had behoord.

Hun zoons kwamen er pas na de dood van hun vader in 1979 achter dat hun moeder een zeer verdienstelijk kunstenaar was geweest met een heel eigen stijl. In 1981, vijftig jaar na haar dood, verzorgden ze in de Fraeylemaborg in Slochteren een eerste overzichtstentoonstelling, in 1993 volgde een presentatie in de synagoge van Groningen, samen met werk van haar echtgenoot. In het Groninger Museum werd in 2003 een tentoonstelling gewijd aan vijf ‘minder bekende’ Ploegschilders. Het Dagblad van het Noorden roemde toen Potts werken als ‘zielsportretten’:  Kijk ernaar en raak in de ban van “een andere wereld, van iemand die zich nergens iets van aantrok”.

Alida Pott, Portret van een jonge vrouw, 1921. Collectie Stichting De Ploeg, legaat Thijs Martens en Annemarie Martens-Bonnema, in bruikleen aan het Groninger Museum. Fotografie: Marten de Leeuw

Op de tentoonstelling ‘100 Jaar avant garde in Groningen’ in het Groninger Museum hingen in 2018 ook een paar werken van Alida. In dat kader publiceerde Doeke Sijens een monografie over haar: Aangeraakt door een nieuw licht. Daarin ook veel oude zwart-wit foto’s van Groningen, de Ploeg en familiefoto’s. De tegenstelling tussen de expressieve kleurige geschilderde portretten en de bruingrijze foto’s met stijve mensen uit diezelfde tijd kan haast niet groter zijn.

De langstlevende schoondochter heeft haar werk nagelaten aan de Collectie Stichting De Ploeg, in bruikleen bij het Groninger Museum. De solo-tentoonstelling die het museum heeft samengesteld is na de kleinschaliger aandacht sinds 1981 een terecht eerbetoon. Ga dat zien. Of – mocht het Groninger Museum te ver uit de buurt zijn – probeer het boek.

Alida Pott, George Martens, 1925, foto Lucie Th. Vermij

De tentoonstelling ‘Alida Pott & De Ploeg’ duurt tot en met 31 oktober 2021 in het Groninger Museum, Museumeiland 1, 9711 ME Groningen

https://www.groningermuseum.nl/alida-pott

Doeke Sijens, Aangeraakt door een nieuw licht. Alida Pott en De Ploeg’, Uitgeverij Kleine Uil, 2018, € 27,50.

Zaaloverzicht, foto Lucie Th. Vermij

Reageren