‘De Haanstra’s. Vier schilders uit één gezin’: boek en expositie Kunsthal Hof 88 Almelo

Bert Haanstra, Zelfportret met Nita, 1944, particuliere collectie

In Kunsthal Hof 88 in Almelo wacht de tentoonstelling ‘De Haanstra’s. Vier schilders uit één gezin’  op heropening. Afhankelijk van de ontwikkelingen rondom corona wordt de expositie dan met minimaal zes weken verlengd. Een van de Haanstra's was filmer Bert.

Door Lucie Th. Vermij

De Haanstra’s maakten deel uit van een kunstzinnig onderwijzersgezin uit Goor in Twente: een vader en drie zonen. Voor de volledigheid: er waren ook een moeder die niet onverdienstelijk piano speelde en een vierde zoon die niet schilderde. Bij deze tentoonstelling gaat het om Folkert Haanstra sr en Johan, Bert en Folkert jr. Filmer Bert is het meest bekend door films als Fanfare en Glas.

Ze zijn niet beroemd geworden, deze Haanstra’s, maar deden er wel toe. Ze maakten mooi werk, heel verschillend, ieder met een volstrekt eigen stijl. Alle vier zijn opgenomen in de collecties van Nederlandse musea. De Hengelose  kunstenaar Henk Lassche - die de laatste jaren meer Overijsselse kunstenaars voor het voetlicht heeft weten te brengen – heeft zich met een Haanstra-(klein)dochter beijverd voor deze expositie en een boek. Bij de opening in december 2021 noemde kleinzoon Folkert zijn opa en ooms ‘thuisblijfkunstenaars’, een stroming die volgens hem al door de befaamde Engelse landschapsschilder  Constable  zeer werd gewaardeerd. Lassche over hun overeenkomst: ‘Ze hadden alle vier een passie en een dagelijkse drang om hun verhaal te vertellen in verf. Ze spraken eindeloos over schilderkunst, het liefst met collega’s. Het waren werkers in de stilte van hun atelier.’

Folkert sr. (1884-1966) was oorspronkelijk hoofdonderwijzer. Pas na een voortijdige pensionering kon hij zich echt op de schilderkunst toeleggen. De drie zonen volgden elk een kunstopleiding. Ze waren nauw bij elkaar betrokken, tekenden en schilderden vaak samen thuis. Toen de zoons volwassen waren verenigden ze zich in december 1945 met andere Twentse kunstenaars in de ‘Nieuwe Groep’ om meer exposities te genereren voor moderne kunstenaars. Folkert sr. trok deze kar. Zelf kreeg hij in 1954 als eerste Twentse kunstenaar een solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam.  Johan en Folkert jr. kwamen in het onderwijs terecht en werden docent op kunstacademies.

Folkert Haanstra sr., Abstracte bomen, z.j., particuliere collectie

Vader Folkert schilderde vooral landschappen. Hij bracht de wereld terug tot een paar lijnen en vlakken. Het blauwe ‘Abstracte Landschap’ dat op de cover van het boek prijkt is van zijn hand. Binnen deze tentoonstelling heeft hij een eigen zaal. Folkert sr. was autodidact, selfmade, eigenzinnig. Hij schilderde heel gewone dingen: mensen, landschappen, ‘tuinen, huizen, fabrieken en voorwerpen uit de directe omgeving. In een interview in Tubantia vertelt zijn kleindochter Marthe Koning-Haanstra dat het adagium van haar grootvader was: ‘Als je het niet in je eigen achtertuin kunt vinden, dan vind je het nergens.’

Oudste zoon Johan (1914-1991) schilderde in het eerste deel van zijn leven vooral portretten, waaronder een belend portret van koningin Juliana, maar gaandeweg verdwenen de mensfiguren en bleef het landschap. Op latere leeftijd maakte hij totaal andere lichte abstracte werken, levendig, sprankelend, eigentijds. De schilderijen kregen namen van Friese dorpen, hoewel er tussen beeld en naam niet direct een relatie bestond.

Folkert Haanstra jr, Mens en landschap, 1969, Drents Museum Assen

Ook bij Folkert jr. (1920-1985) is een ontwikkeling te zien waarbij de mensfiguren verdwenen en het Drentse landschap het hoofdonderwerp werd. Hij had een abstract-figuratieve expressionistische stijl. Naast schilderijen maakte hij ook mozaïeken en wandreliëfs in openbare gebouwen. Folkert  was actief in de kunstwereld in Drenthe en als docent aan Minerva in Groningen.

Van zoon Bert (1916-1997) hangen op de tentoonstelling alleen portretten die hij maakte toen hij in de naoorlogse jaren veertig op de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam zat. Prachtig. Na zijn opleiding besloot hij echter zijn talenten in te zetten op het gebied van de film. Daarom is onduidelijk of hij zich ook richting abstractie zou hebben bewogen.

Het was een groot genoegen kennis te maken met het aansprekende beeldende werk van deze bijzondere familie.

Johan Haanstra, De schilder Eef de Weerd, 1952

Kunsthal Hof 88

Elisabethhof 6, 7607 ZD Almelo

https://www.kunsthalhof88.nl/3202/0/nu-te-zien

Catalogus:
Peggy Breitbarth, De Haanstra’s. Vier schilders uit één gezin, Waanders/De Kunst, € 29,50

Doorbladeren:

https://issuu.com/uitgeverijdekunst/docs/de_haanstra_s/22

 

Reageren