Wandelnummer Kunstschrift: ook in lange rokken Mont Blanc en Matterhorn op

Geplaatst in Nieuws en getagged met , op door .

Kunstschrift, afbeelding: Alpiniste, Jens Ferdinand Willumsen, 1912, omslag themanummer, 2021, Staatens Museum for Kunst, Kopenhagen

*Met de schaatsen in het vet en hogere temperaturen op komst, zal Nederland helemaal zeker weer aan de wandel gaan. Sinds corona-restricties is wandelen op grote schaal populair, gidsen vliegen als warme broodjes de winkel uit. Kunstschrift, voortgekomen uit Openbaar Kunstbezit, sluit daar bij aan met het eerste themanummer van dit jaar: wandelen-in-de-kunst door de eeuwen heen. Hoofdredacteur Mariette Haveman introduceert de bijdragen met een observatie van de grote Franse auteur Jean-Jacques Rousseau in zijn in 1776 begonnen – onvoltooid gebleven - ‘Overpeinzingen van de eenzame wandelaar’. Haveman: ‘Rousseau schreef het al: wandelend wordt de geest  hersteld en geactiveerd.’

Op de omslag ‘Alpiniste’, een werk uit 1912 van de Deense kunstenaar Jens Ferdinand Willumsen uit  de collectie van het Statens Museum for Kunst in Kopenhagen. De ‘Alpiniste’ illustreert binnenin nog eens paginagroot een toelichting van Haveman over 'wandelende' vrouwen in de bergen. Die kregen tot ver in de twintigste eeuw met snerende opmerkingen te maken: ‘echte’ vrouwen hielden zich niet bezig met alpinisme. Er waren intussen meer dan genoeg voorbeelden van het tegendeel. Haveman noemt Marie Paradis, die in 1808 als eerste vrouw de Mont Blanc beklom, wel nog met mannelijke begeleiders. Henriette d’Angeville was de eerste die in 1838 alleen - in zelfontworpen kleding in plaats van ouderwetse rokken - de berghellingen besteeg. En in 1871 beklom de Britse Lucy Walker de Matterhorn, op de voet gevolgd door haar rivaal de Amerikaanse Meta Brevoort. Haveman laat de Oostenrijkse alpiniste Cenzi Sild zelf aan het woord, begin twintigste eeuw: ‘Voor ons vrouwen is niet de berg zelf het probleem, maar wat er zich omheen bouwt en zich tegen ons opstelt.’

Jan van Brosterhuyzen, Landschap met bomen langs een pad, 1610-1650, Rijksmuseum Amsterdam

Laurens Meerman gaat op pad in het Nederland van de zeventiende eeuw en bewondert in Engeland het uitzicht dat voor wandelaars werd gecreëerd in fraaie uitkijkposten, zogenoemde ‘viewing stations’. Ger Luijten informeert over gezichtspunten die achttiende-eeuwse kunstenaars kozen als ze buitenstudies in olieverf maakten en besluit zijn speurtocht naar de plek - naar bleek in de buurt van Nancy - waar Alexandre Pau de Saint-Martin positie koos door een vergelijking met Théodore Rousseau. Stefan Kuiper wandelt mee met Richard Long (1945), ‘de koning van de wandelkunst’. Er is nog meer in dit themanummer, alle bijdragen aantrekkelijk geïllustreerd, een 'must have'. Met knipoog ook over de hedendaagse wandelaars die zich massaal in groepsverband verplaatsen à la de Engelse toeristen in de Campagna die Carl Spitzweg ca 1835 vereeuwigde.

Carl Spitzweg, Engelse toeristen in de Campagna, ca 1835, olieverf op papier, geplakt op karton, Staatliche Museen zu Berlin, Alte National-galerie, Berlijn

Voor meer informatie over Kunstschrift en abonnementen: http://www.kunstschrift.nl

 

 

 

 

Reageren