Zwarte jongeren in New York in jaren tachtig bij Jamel Shabazz: zelfbewust en goed gekleed

Jamel Shabazz, Rush Hour New York City, 1988. Fotomuseum aan het Vrijthof

Waardigheid en trots (Dignity and Pride, DAP) zijn sleutelwoorden van fotograaf Jamel Shabazz voor zijn foto's van zwarte jongeren in New York City. De meeste maakte hij in de jaren tachtig. Hij portretteerde jonge Afro-Amerikanen op straat: zelfbewust, goedgekleed. Zijn werk hangt momenteel in het Fotomuseum aan het Vrijthof in Maastricht.

Door Lucie Th. Vermij

Je zou haast denken dat de expositie is opgezet in het kader van de recente Black Lives Matter-beweging, maar dat is niet het geval: de tentoonstelling stond al gepland en opende begin juni. Jamel Shabazz (New York 1960, groeide op in Brooklyn) geniet internationale bekendheid als documentaire-, mode-, straat- en portretfotograaf. Het afgelopen decennium zijn er diverse boeken met zijn werk verschenen, ook dit jaar kwam er weer een uit, bij het gerenommeerde Taschen Verlag. De Duitse galeriehouder en uitgever Bene Taschen was curator van deze tentoonstelling.

Shabazz wordt beschouwd als een van de belangrijkste ooggetuigen van New York in de jaren tachtig, dé fotograaf die de oertijd van de hiphop vastlegde. Hij fotografeerde het alledaagse leven op straat en in de metro van New York City. De tentoonstelling is een bonte verzameling vrolijke kleurige foto's van jonge Afro-Amerikanen. Jongens, meisjes, jonge ouders, iedereen op zijn of haar paasbest. En in de eerste plaats zelfbewust.

Jamel Shabazz, Street Photographers, 1983, Fotomuseum aan het Vrijthof

Dat is een bewuste tegenhanger van de dagelijkse ervaring van racisme en discriminatie waar zwarte mensen in Amerika aan blootgesteld werden en worden. De periode dat Shabazz deze foto's maakte was de tijd vóór heroïne, crack en aids ook hun tol begonnen te eisen in de zwarte gemeenschap in de VS. Nadat Shabazz begin jaren tachtig een paar jaar in Duitsland had gebivakkeerd vanwege zijn militaire dienstplicht, bleek de stad bij zijn terugkomst behoorlijk veranderd: buurten waren aan het verloederen en ineens liepen mensen rond met vuurwapens. Dat was in zijn jonge jaren niet zo, vertelt hij in een interview met NRC Handelsblad. Toen werd er gevóchten, niet geschoten.

Shabazz wilde met zijn fotografie een alternatief voor de negatieve beelden in de media te maken: hij nodigde eerst zijn vrienden en later op straat willekeurige jongeren uit om zich trots en waardig te laten fotograferen. We zien op de tentoonstelling circa vijftig foto's van vriendengroepjes, clubjes vriendinnen. Op straat. Uitgesproken kleren, schoenen, klassieke poses, saamhorig. Uit de bijschriften bij sommige foto's blijkt dat het niet allemaal koek en ei was. Zo staat er bij 'Rude Boy’ (1981) te lezen: 'Deze broeder was een van de meest dappere cats in Flatbush, Brooklyn. Helaas zou hij het leven laten in een zeer gewelddadige confrontatie kort nadat deze foto was genomen.' En bij 'Brian’ (1981): 'Brian Davis was de jongere broer van mijn goede vriend Tyrone. Bryan had veel doelen en dromen, helaas stierf hij in politiehechtenis en de omstandigheden rondom zijn dood zijn na drie decennia nog steeds een mysterie.'

Jamel Shabazz, The Righteous Brothers, New York City 1981, Fotomuseum aan het Vrijthof

Shabazz fotografeerde zowel vrienden en bekenden in zijn buurt als mensen die hij op straat en in de metro aansprak. Maar ook al was die omgeving anoniemer, de saamhorigheid en trots blijven ook hier overeind. De geportretteerden hebben hun eigen stijl ontwikkeld en ontlenen daar hun identiteit aan. Door Shabazz' camera voelen ze zich gezien en zijn zich bewust van hun schoonheid. Shabazz  ziet zichzelf met recht meer als documentaire-fotograaf dan als modefotograaf.

De wereld die we op deze bijzonder vrolijke stemmende foto's zien is al lang verdwenen. De jongeren kleedden zich eigenzinnig en brutaal, in ongeveer dezelfde stijlsoort: grote opvallende sieraden, hoedjes, baretten, 3D zonnebrillen... De jongens als sporthelden of dandy's, de meisjes als sexy fotomodellen of nette mevrouwen. In een interview met het blad Vogue vertelt hij dat de sfeer op straat nu heel anders is dan toen. De bevolking van New York is inmiddels veel minder uniform met meer achtergronden en kledingstijlen. Toen maakte het niet uit of je uit Queens kwam of uit Brooklyn, Manhattan of The Bronx, de kledingstijlen waren vrijwel gelijk. Mannen droegen Puma of Adidas en Kangol hoedjes en petten. New York Style was het, of nog breder: East Coast Style, heel anders dan de West Coast Style in Californië. Nu wonen er in zijn wijk mensen uit onder meer Rusland, China, Japan, Senegal en Ghana en dat levert een gemengde modestijl op.

Jamel Shabazz, Man and Dog, Lower East Side Manhattan, New York City 1980. Fotomuseum aan het Vrijthof

Er is ook een tentoonstelling met werk van de Nederlandse fotograaf Hans Rietveld (1942). Hij volgde een grafische opleiding aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht waar hij sinds 1970 ook woont. Rietveld legde in de jaren zestig en zeventig het straatleven vast in Maastricht, Parijs of waar hij ook was. Johan van der Keuken en Ed van der Elsken waren belangrijke generatiegenoten en inspiratoren. De foto's van Rietveld vangen mensen op straat  in een onverwacht moment. Niet geposeerd, een beetje nostalgisch. Onvergelijkbaar met het werk dat Shabazz maakte, maar wel heel eigen.

Hans Rietveld, Markt, Fotomuseum aan het Vrijthof

De tentoonstelling 'Streetlife' in Fotomuseum aan het Vrijthof  in Maastricht is te zien tot en met 27 september.

Voor meer informatie: http://www.fotomuseumaanhetvrijthof.nl

Jamel Shabazz, City Metro, Taschen Verlag, € 39,- ISBN: 978-3-00-065181-6

Reageren