Stedelijk Museum Alkmaar: Ode aan het Noord-Hollandse landschap, dicht maar vlakbij

Arnoud Colnot, Poldermolens in de Schermer, 1931, olieverf op doek, Hoogheemraadschap Noorderkwartier, Heerhugowaard

 Toen we tijdens de eerste lockdown ineens niet naar het museum mochten bleek wandelen een bijzonder alternatief. Ook dan krijg je licht en lucht in je hoofd en nieuwe beelden en gedachten. Veel parken waren te druk, de polders een openbaring: die luchten, de weiden, vogels, verten, wolken, die tinten. Het Stedelijk Museum Alkmaar heeft er een tentoonstelling aan gewijd: 'Weids! Het Noord-Hollandse landschap verbeeld'. Ook dicht tot 19 januari, dat landschap vlakbij. 

Door Lucie Th. Vermij

In deze corona-tijden herontdekken musea de eigen collectie en verzinnen thema’s die bezoekers zouden kunnen verleiden toch te komen. Het Stedelijk Museum Alkmaar heeft met het Hoogheemraadschap Noorderkwartier de tentoonstelling 'Weids. Het Noord-Hollandse landschap verbeeld' gemaakt. Dit hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor 'het beheren, keren en zuiveren van het water' in het deel van Noord-Holland bóven het Noordzeekanaal.  Al sinds de dertiende eeuw zijn daar waterschappen actief, die uiteindelijk in 2003 zijn samengevoegd. Hollands Noorderkwartier beheert ook een collectie van ruim drieduizend kunstwerken.

In Alkmaar hangen werken van onder anderen 17e-eeuwse Noord-Hollandse meesters als Claes van der Heck en Hendrick Vroom, grote namen uit de 'Bergense School' als Leo Gestel en Arnout Colnot, van de aan de Cobra-groep gelieerde Eugène Brands, Charley Toorops zoon Edgar Fernhout en tekenaars Peter Pontiac en Joost Veerman. Ook zijn er minder bekende regionale schilders te ontdekken.

Edgar Fernhout, Duinlandschap 1956, olieverf op doek, Stedelijk Museum Alkmaar

Of het nu gaat om bekende of onbekende kunstenaars, uit de 16e of uit de 20e eeuw, dezelfde thema’s keren steeds terug. Ze zeulden het duin op om kustdorpjes aan zee te schilderen of juist het open uitzicht over de polders. Ze schilderden de koeien in de weilanden, hadden oog voor de rechte lijnen van polderwegen en -vaarten met de typische Noord-Hollandse stolpboerderijen, richtten hun blik op de kerktorens van dorpen en steden. En overal kwamen ze het water tegen, de molens, de gemalen, de dijken en de sluizen om dat water te bedwingen. Zo ontrollen zich de diverse thema's in de tentoonstelling.

Gerrit van Blaaderen, Noord-Hollandse boerderij, 1927, olieverf op doek, collectie Stedelijk Museum Alkmaar

Zoals de duingezichten. Vanaf het duin heeft men immer net wat meer perspectief over de verten. Van de duingezichten staat mij het meest bij 'Gezicht op Groet' (1945) van Piet Wiegman, een van de schilders van de Bergense School en het 'Gezicht op de duinen bij Bergen' (1856) van George ten Berge. En verder 'Duinlandschap' (1956) van Edgar Fernhout, die met de rug naar het land toe vanaf het duin de zee schildert. Hoe de wereld ook verandert, de duingezichten zijn tijdloos.

Een volgend thema zijn de dijken en dammen die ook zee en polders in bedwang houden. Dirk Trap schilderde in 1960 dijkwerkers aan de Hondsbossche Zeewering die basaltpaaltjes neerzetten. Maarten Arnoldus Huijsmans tekende in 1952 met houtskool 'Vissers op de strekdam de dijk bij Camperduin', aangelegd in 1912-1913. Die strekdammen waar altijd mannen de eenzaamheid zoeken om te vissen. Henk Tol schilderde een dwarsdoorsnede van de Waddenzeedijk op Texel in het kader van de ophoging van de dijk tot Deltahoogte. En mooi ruw is de houtsnede 'De dijk' van Piet Lont uit Wieringen.

Leo Gestel, Polderlandschap met gezicht op Alkmaar, 1917

Achter de duinen en dijken liggen de eindeloze polderlandschappen met molens, sloten en kaarsrechte wegen. Het bekendste werk is “Poldermolens in de Schermer' door Arnout Colnot, een van de voormannen van de Bergensche School, die ze in 1931 in opdracht van het bestuur van de Schermerpolder schilderde omdat ze vervangen zouden worden door elektrische gemalen. Hij heeft nadien die molens nog vaker geschilderd en tot in Amerika verkocht.  Achter de duinen op de geestgronden de vrolijke tulpenvelden, zoals op deze tentoonstelling  neergezet door Ronald Boonacker: een lappendeken in felle kleuren en een gouden zon aan de hemel. Of het polderland achter Edam, zoals grof neergezet door Paul Overhaus met de imposante wolkenluchten erboven. En dan hanger er grote houtskooltekeningen van de hand van Leo Gestel. 'Polderlandschap met gezicht op Alkmaar' (1917) heeft een woeste donkere wolkenlucht die weerspiegelt in een brede sloot met koeien op de dijk. De fabrieken van Alkmaar spuiten nog meer donkere wolken de hemel in. Het is een onrustig tafereel.

Paul Overhaus, Polderlandschap, 2004

Indrukwekkend zijn ook de schilderingen van de zo typerende Noord-Hollandse stolpboerderijen, bijvoorbeeld door Gerrit van Blaaderen. En 'Boerderijen in het buurtschap Noordburen op Wieringen’ door Wouter IJdo, neergezet in een wit winterlandschap tegen een onheilspellende zwarte lucht.

De tentoonstelling inspireert tot nog meer wandelen en nóg eens en nog eens vergapen aan dat lege landschap met die grootse luchten. Nu de musea noodgedwongen opnieuw gesloten zijn kunnen we gelukkig nog wel naar buiten voor het weidse poldergevoel en dat straks weer herbeleven in het museum.

De tentoonstelling 'Weids! Het Noord-Hollandse landschap verbeeld' is hopelijk weer vanaf 19 januari te zien, tot en met 28 februari 2021.

Stedelijk Museum Alkmaar

Adres: Canadaplein 1, 1811 KE Alkmaar

https://stedelijkmuseumalkmaar.nl

Piet Lont, De Dijk, 1988

 

 

 

Reageren