Rinus Van de Velde in Museum Voorlinden: in zwembad en ouderwetse treincoupé

Rinus Van de Velde x Voorlinden, De kunstenaar in Swimming Pool door Leandro Erlich, Courtesy Tim Van Laere Gallery, Museum Voorlinden

Door Karin Abdullah Khan-Feenstra

In Museum Voorlinden in Wassenaar is tot en met 29 mei de tentoonstelling The Armchair Voyager van de Vlaamse kunstenaar Rinus Van de Velde (1983). Je hoeft geen kunstliefhebber te zijn om er plezier aan te beleven. Het is interessant én diffuus. De tekeningen, sculpturen, installaties en bewegende beelden vormen een aaneenrijging van gefantaseerde scènes met hemzelf in de hoofdrol, waarbij elementen uit de werkelijkheid samenvloeien met zijn fantasieverhalen. Speciaal voor deze gelegenheid wordt zijn werk vergezeld door zijn favoriete stukken uit de collectie van Voorlinden. Het is niet moeilijk zijn selectie te lezen als inspiratiebron. Met name de gekozen werken van Cindy Sherman (1954), Joseph Beuys (1921) en Thierry de Cordier (1954), vallen op doordat zij een vergelijkbare opvatting hebben over het kunstenaarschap. Ook zíj zijn in hun werk in hoge mate persoonlijk aanwezig.

In de film op de tentoonstelling presenteert Van de Velde zichzelf als een wat sullige, maar verkapt geniale en eenzame antiheld die sympathie, nieuwsgierigheid en verwondering bij de kijker opwekt. Evenals De Cordier is hij kluizenaar, observeert hij de wereld zonder het verlangen die te veranderen, is hij uitvinder van doeltreffende systemen of wat erop lijkt en is hij boven alles graag de acteur in zijn eigen werk. Collega De Cordier noemde zichzelf ooit De Meester van Schoorisse, (in Schoorisse stond zijn atelier) om hiermee zijn zelfgekozen isolement en zijn weerstand tegen het huidige tijdsgewricht te benadrukken. Hij had niets met de 20e eeuw heeft hij ooit gezegd. De Cordier manifesteert zich hiermee als een romantisch kunstenaar.  Dat doet de jongere Van de Velde ook, maar anders. Beiden laten zien hoe wereldvreemd en gespleten tegelijk dat romantische kunstenaarschap eigenlijk niet is. Het verwijzen naar een bewust gekozen kluizenaarschap, de pretentie van authenticiteit en autonomie enerzijds, in een tijd van AI en het willen behagen van het publiek door grappige en quasi knullig vervaardigde installaties anderzijds, staan op gespannen voet met elkaar.

Rinus Van de Velde, Prop, Train, 2021, Courtesy Tim Van Laere Gallery, foto Antoine van Kaam, Museum Voorlinden

Mythevorming en mystificering horen daarbij. Van de Velde’s keuze voor het topstuk ‘Sled’ (1969) van Joseph Beuys (1921) in zaal 3, de slee met vilt, riem, zaklantaarn en vet, spreekt dan ook voor zich. De eveneens romantische Beuys mystificeerde zich hiermee als kunstenaar. Het zijn immers bewijsstukken van een vermeende redding door de Tartaren na met zijn vliegtuig te zijn neergestort tijdens WO II. De twee bekendste gevleugelde uitspraken van hem zijn dat iedere mens een kunstenaar is en dat denken een vorm van plastische kunst is.

Van de Velde mystificeert zichzelf niet en doet hij al evenmin uitspraken over de kunst en het kunstenaarschap zelf. Hier gaat het in de tentoonstelling een beetje wringen. Want waar zijn installaties nog als een soort grappige en kritische karikatuur van de digitale en technische werkelijkheid kunnen worden begrepen, daar zetten de ronduit prachtige landschapstekeningen met romantisch handgeschreven teksten eronder tot een ander soort nadenken. Hier klinkt duidelijk een diepere, nostalgische donkere ondertoon. Maar toch, beeld en tekst lijken een eigen leven te leiden. Ze wekken eerder een suggestie. Ze zijn namelijk met de hand geschreven en te lang om snel te verteren. Maar ook bij bestudering na afloop, is er weinig samenhang te bespeuren, behalve dan dat met het persoonlijke handschrift de kunstenaar ook hier uitdrukkelijk aanwezig is. Misschien is Van de Velde het beste te typeren als een schrijver die zich liefst vermomt als kunstenaar. De werken zijn dan ook zonder uitzondering literair van aard.

Rinus Van de Velde, Prop, Train, 2021, Courtesy Tim Van Laere Gallery, foto Antoine van Kaam, Museum Voorlinden

Uit de catalogus blijkt dat Van de Velde een fan is van Fernando Pessoa. Deze Portugese schrijver had van kinds af aan de neiging een denkbeeldige wereld om zich heen te scheppen, zich te omringen met vrienden en bekenden die nooit hadden bestaan. Een van die personages genaamd Bernardo Soares, liet hij een dagboek bijhouden. Van de Velde selecteerde diverse van deze teksten voor de catalogus. Maar daar waar Pessoa de ingebeelde wereld tot werkelijkheid te maakt, zijn eigen leven tot literatuur maakt, daar doet Van de Velde er alles aan om te benadrukken dat zijn beelden nep zijn.

Het werk van Pessoa en de angsten die hem beheersten zeggen wellicht het meest over het werk van Van de Velde. Maar duidelijker wordt het niet. Nergens bezint hij zich op het leven met zijn onvermogen en onvolkomenheden. De vraag rijst naar wat voor soort nep we kijken.

Feitelijk omvat de tentoonstelling omvat zeven zalen met een uitdrukkelijk thema. Zo is de zaal met als thema ‘Mythe’ gesymboliseerd door de slee van Beuys en is de woeste Mer du Nord nr 2.3  (2011-2013) olieverf en potlood op paneel van Thierry de Cordier te zien in zaal getiteld ‘en plein air’.  Prachtige landschapstekeningen worden hier gecombineerd met een naar de waterlelies van Claude Monet verwijzende c-print getiteld Pont (2020) van Thomas Demand met daarvoor het keramische aandoenlijke miniatuur van Monet op het bruggetje in A summer at Giverny (2020) van Van de Velde zelf. Intrigerend in dezelfde zaal is de auto die geheel uit karton is vervaardigd. Knap gemaakt, zo bijna-echt. Het zijn dit soort objecten en installaties van Van de Velde die de beschouwer even helemaal opslokken en terugzetten in de tijd à la The Beanery van Edward Kienholz in het Stedelijk Museum. In een van de laatste zalen staat een al even spannende ouderwetse treincoupé. Ook van karton. Je mag en kan erin en ook dát is een ervaring terug in de tijd. Peuken in de asbakken, een pakje sigaretten van karton. Een jasje aan de haak, een walkman uit de jaren 80 en een hoed op het ouderwetse metalen bagagerek (van karton) boven de bank, een paraplu.

Kunstenaar en zijn werk, Rinus Van de Velde, Prop, Car, 2018, Courtesy Tim Van Laere Gallery, foto Antoine van Kaam, Museum Voorlinden

Sommige installaties bestaan uit meerdere delen die in afzonderlijke zalen zijn tentoongesteld. Neem de zojuist genoemde kartonnen auto en het miniatuurbergtraject dat ernaast is geplaatst. Een paardenbloem komt tevoorschijn uit de plint van de zaal. In een van de laatste zalen komen de auto en het berglandschap even boven de boomgrens terug in de eerder genoemde film waarin een miniatuur van Van de Velde zelf in een miniatuurauto het berglandschap uit het begin van de tentoonstelling afdaalt. Van de Velde completeert zijn maskerade in een film waarin hij met een op hemzelf gelijkend masker over zijn hoofd en een werkbroek aan de knoppen van een grote machine bedient en nutteloze hendels overhaalt. Het is allemaal even wereldvreemd, vervreemdend en bizar. Het is ook wel grappig, duidelijk fictie. Het is alleen niet duidelijk waar Van de Velde naar toe wil. Hij legitimeert zich door dicht tegen het kunstenaarschap van een generatie eerder aan te kruipen, zonder dat duidelijk wordt met welke bedoeling hij dat doet. Wat is hier de betekenis van de werken?

Achter kunst zit een idee, een bedoeling, een boodschap misschien. Welke is niet altijd meteen duidelijk. Grenzen zijn vaag of worden overschreden, omdat kunstenaars nu eenmaal vragen willen oproepen of discussie willen uitlokken. Helaas geeft ook de catalogus hier geen antwoord op.

Zaalbeeld, alle kunstwerken door Rinus Van de Velde, Courtesy of Tim Van Laere Gallery, foto Antoine van Kaam, Museum Voorlinden

Van de Velde trekt zich niet alleen terug in zijn atelier, maar ook in de tijd van gisteren. Walks turn into dreams and dreams turn into walks staat geschreven onder een houtskooltekening met sneeuwlandschap. Het werk van Van de Velde mag een vlucht uit de werkelijkheid en het hier en nu zijn zonder duidelijke missie. Het laat wel zien dat denken een vorm van plastische kunst is, maar daarmee houdt het eigenlijk op. Waar Thierry de Cordier bijvoorbeeld laat zien dat de enige plek waar je iets teweeg kunt brengen of zelfs veranderen, zich in je eigen hoofd bevindt, daar blijft het bij Van de Velde bij de oppervlakte, de buitenkant, zonder dat duidelijk wordt in welke sleutel zijn kunst staat. Ook al omdat er weinig cohesie is tussen de werken onderling. Dat vraagt om uitleg. De objecten zijn prachtig gemaakt, maar blijven gehuld in nevelen.

Rinus Van de Velde. The Armchair Voyager. Museum Voorlinden Buurtweg 90, Wassenaar. Tot en met 29 mei. Voor meer informatie: http://www.voorlinden.nl

Zaalbeeld,  midden Rinus Van de Velde, Machines, 2020, Courtesy Tim Van Laere Gallery, foto Antoine van Kaam, Museum Voorlinden

Reageren