Het Gedroomde Museum: sinds 1935 Berlages meesterwerk in Den Haag

cover Het Gedroomde Museum

Door Lucie Th. Vermij

De opening van het Kunstmuseum in 1935 in Den Haag (toen:  Gemeentemuseum) was een opzienbarende gebeurtenis. Tot die tijd waren musea doorgaans gevestigd in majestueuze classicistische gebouwen: met marmer en hoge bordessen. Musea waren voor de elite. Dus was bij de opening niet iedereen meteen gecharmeerd van het karakteristieke lage gele bakstenen complex. Maar binnen overtuigde het, ook voor de elite. Sinds eind februari staat het gebouw centraal in de tentoonstelling  'Het gedroomde Museum. Berlages meesterwerk',  helaas nog niet te bezoeken. Het boek bij de tentoonstelling is al wel verkrijgbaar.

Hal Kunstmuseum Den Haag met Sol Lewitt, foto Gerrit Schreurs

De bezoeker is zich misschien niet altijd bewust van de uitgangspunten en uitwerking van dit prachtige museum. Maar dat het er bijzonder en heerlijk toeven is, daar is iedereen het over eens. De ambitieuze tentoonstellingen trekken vaak alle aandacht, maar het gebouw doet ook zijn werk. Het is ontworpen om de collectie van het museum optimaal te kunnen presenteren en dat gevoel dringt door in alle vezels: de entree van het museum via een lange gang met grote ramen die uitzicht bieden op de twee vijvers voor het hoofdgebouw en de binnenkomst in die mooie hoge hal. Hier laat de bezoeker de dagelijkse werkelijkheid achter zich en treedt een andere wereld binnen. Een goed idee daar de aandacht op te vestigen.

Het gebouw is zo medebepalend voor de beleving van de bezoeker dat het als enige museum ter wereld een eigen objectnummer heeft gekregen en daarmee officieel onderdeel is van de collectie zelf. Dit object, het gebouw, is nu onderwerp van een tentoonstelling waarin de ideeën van de directeur en de architect uit de jaren twintig van de vorige eeuw centraal staan. Die museumdirecteur was Hendrik Enno van Gelder, de architect Hendrik Petrus Berlage. Zij droomden zich een museum dat niet louter voor de elite was, maar laagdrempelig. Zij wilden de ervaring van schoonheid voor iedereen toegankelijk maken en een plek creëren die was gemaakt om de collectie optimaal tot haar recht te laten komen.

Erezaal Kunstmuseum Den Haag, foto Gerrit Schreurs

De realisatie van deze droom nam decennia in beslag. In 1912 werd Van Gelder directeur van het toen weinig opzienbarende Haagse museum. In zijn museumnota uit 1914 pleitte hij voor een nieuw groot museumcomplex, met zelfs méérdere musea en ook concert- en congreszalen. Toen brak de Eerste Wereldoorlog uit en was musea bouwen even niet aan de orde. In 1919 stelde de gemeente echter een terrein aan de Stadhouderslaan beschikbaar en begonnen Van Gelder en Berlage met het uitwerken van ideeën voor een nieuw museum waarin de kunst ultiem tot zijn recht zou komen en bezoekers zich thuis zouden voelen. Hun eerste voorstel bleek te ambitieus en te duur en werd verworpen, in 1927 volgde de opdracht voor een bescheidener ontwerp, Berlage doordacht het onwaarschijnlijk goed. Hij stierf in 1934, een jaar voor de oplevering.

Achterzijde Kunstmuseum Den Haag, foto Gerrit Schreurs

In de tentoonstelling zijn maquettes van onder andere dat eerste voorstel en veel bouwtekeningen te zien. Die houden we dus tegoed. Er is wel het een en ander te zien in filmpjes als https://www.youtube.com/watch?v=j621POpsskE

Verder moeten we het voorlopig doen met het boek, rijk geïllustreerd en prachtig uitgegeven door Nai010- Uitgevers. Hierin zetten Kunstmuseum-directeur Benno Tempel, conservator moderne toegepaste kunst Jan de Bruijn en conservator en hoofd educatie Jet van Overeem uitgebreid uiteen wat de idealen en keuzes waren die Van Gelder en Berlage maakten. De ontstaansgeschiedenis, het architectonisch concept en de relatie tussen gebouw en bezoeker.

Het museum is van binnen naar buiten ontworpen: het ging allereerst om de beleving binnen. Daarbij kwamen ook vele technische keuzes om de hoek kijken, zoals het speciale daglicht via ingenieuze verlaagde plafonds. Ook de verwarming is  speciaal: er is een panel heating-systeem tegen het plafond in plaats van grote radiatoren tegen de wanden van de zaal. De Bruijn gaat uitgebreid in op veel meer zaken: de verhoudingen, de stenen en de materialen, de veelkleurige tegels, de kozijnen. Tot in alle puntjes is het museum doordacht. In de jaren negentig vond een grote renovatie plaats, waarbij alle veranderingen door de jaren heen naar oorspronkelijke staat werden teruggebracht. Sindsdien wordt zorgvuldig vastgehouden aan de ideeën van Berlage.

Kunstmuseum Den Haag, blik omhoog, foto Gerrit Schreurs

Hoofd educatie Jet van Overeem schrijft over de museumbeleving die Berlage en Van Gelder voor ogen stond: een museum is een plek waar men comfortabel en ongestoord kan genieten van en leren over de kunstwerken. Wat vooral voorkomen moest worden: visuele overvoering door een veelheid aan objecten, onvoldoende inzicht in de plattegrond en de looproutes, tegengestelde publieksstromen, eentonigheid en gebrek aan licht, frisse lucht en zitmogelijkheden. Vooral dat laatste zou leiden tot een gevoel van futloosheid en verveling. Teneinde deze 'museummoeheid' tegen te gaan, ontwierp Berlage zalen van verschillende grootte maar altijd in een menselijke maat en intiem. Hij maakte een heldere plattegrond met zalen en gangen rond een binnentuin. De doorgangen tussen de zalen plaatste hij bijna nooit recht tegenover elkaar, zodat de bezoeker elke ruimte als een nieuwe ruimte ervaart. Er is geen duidelijke looproute: het ideale museumbezoek was voor Berlage als een boswandeling, waarin de bezoeker al dwalend tot rust komt en altijd iets verrassends tegenkomt.

Exterieur en vijver Kunstmuseum Den Haag, foto Gerrit Schreurs

Het boek Het gedroomde Museum. Kunstmuseum Den Haag biedt behalve deze essays ook ca 120 historische en hedendaagse foto's van de gangen, hallen trappenhuizen, zalen, doorgangen, blikvelden, de tuinen, luchtfoto's, tentoonstellingen. In het boek zijn de gangen en tentoonstellingszalen leeg, zoals het hele museum nu leeg is. Hopelijk mogen we heel binnenkort het gebouw weer ervaren, door deze tentoonstelling en dit boek misschien nog bewuster dan daarvoor.

Verder lezen:

Jan de Bruijn (samenstelling), Het Gedroomde Museum, Kunstmuseum Den Haag, Rotterdam, Nai10 Uitgevers/ Kunstmuseum Den Haag, 2021, € 24,95.

Blader door het boek: https://issuu.com/nai010publishers/docs/issuu_kunstmuseum_den_haag_nederlands

Kunstmuseum Den Haag

Stadhouderslaan 41,

2517 HV Den Haag.

https://www.kunstmuseum.nl/nl

 

 

Reageren