Louvre Abu Dhabi aan Perzische Golf – tegenmodel van het Louvre in Parijs

Abu Dhabi, Plaza, copyright Louvre Abu Dhabi, foto Roland Halbe

Antje von Graevenitz - emeritus-hoogleraar kunstgeschiedenis - bezocht het Louvre Abu Dhabi en analyseert de verschillen met het Louvre in Parijs: twee eeuwen ouder en tegenpolen.

*Net als twee broers met dezelfde naam maar geen identiek gelaat en met totaal verschillende instellingen: de Louvres in Parijs en Abu Dhabi zijn elkaars tegenovergestelden, qua geschiedenis, architectuur, presentatie en vooral visie. Terwijl het befaamde museumgebouw in Parijs eigenlijk eerst als kasteel diende en pas Napoleon er nationale of geroofde artistieke objecten verzamelde voor overweldigend nationaal cultureel machtsvertoon – is zijn goed 200 jaar jongere tegenhanger in het Emiraat Abu Dhabi eerder door middel van een klein aantal Arabische witte huizen (kashba) verenigd onder een quasi zwevende koepel. Hier zorgen geen nationale culturen, geen scholen of stijlen, maar met elkaar in dialoog gebrachte kunstvoorwerpen voor een symphatiek onhiërarchisch verhaal. Architectuur en kunstpresentatie horen in Abu Dhabi samen, beide zijn cultuurpolitiek beschouwd programmatisch te noemen.

Louvre Abu Dhabi, pergola-ingang, foto auteur

Voor dit concept was Jean Nouvel als architect geknipt, omdat hij al in Parijs het cultureel Instititut du Monde Arabe had ontworpen. Op het eerste gezicht lijkt de buitenmuur van dit statige gebouw aan de Seine met een gevelstructuur van metalen diafragma’s de zon te weren: bij te veel lichtinval zouden hun openingen kinetisch bestuurd smaller worden. Was het maar zo: de techniek faalde. Maar niet hun betekenis, want Nouvel paste het idee toe voor zijn koepel van het Louvre in Abu Dhabi, waar nu de zachte kom over de witte huisjes in zelfs acht lagen bedekt is met dit soort (nu niet werkende) diafragma’s. Zonnestralen worden erdoor gefilterd en bereiken amper de overdekte straatjes tussen de acht ‘wings’, zoals de zaalgroepen worden genoemd. Belangrijker dan dit praktische nut lijkt hier hun symbolische waarde: het licht van de koepel geeft de hemel aan het water van de Perzische Golf dat het museum deels omringt, de aardse grond. En de kunst van de mensen uit alle streken van de wereld wordt ertussen beschermd als parels in een grote grijze mossel.

Louvre Abu Dhabi, copyright Louvre Abu Dhabi

Abu Dhabi (de naam betekent 'Vader van de gazelle'), het emiraat dat dichtbij Dubai aan de kust ligt, met achter zich de haast eindeloze woestijn - voor zijn rond 2 miljoen inwoners kan het op de rijkdom van aardolie bouwen - heeft als één van zeven Verenigde Emiraten onder de naam UAE - gesticht in 1971 - grote dingen met kunst voor. Het schiereiland Saadiyat zou een soort paradijs voor kunstminnende toeristen moeten worden. Uiteindelijk brengt dit cultureel district eer en geld. Er bestaan plannen voor vele verschillende soorten musea gebouwd door de meest spraakmakende architecten als Gehry, Zadid, Foster en Hadid, maar die liggen nog op de plank. Je ziet in het tamelijk lege land wat kranen staan, wachtend op nieuw elan en economisch vermogen.

Dus staat het Louvre er nu alleen voor. Van hieruit kan men in de verte de hoofdstad van Abu Dhabi zien oprijzen met zijn asperge-achtige wolkenkrabbers. Geen geruis van verkeer verstoort de concentratie. Het is er stil en ook bezoekers fluisteren. Een ca. 150 m lange pergola leidt de bezoekers naar de ingang, vergelijkbaar met de corridor naar het Haags Gemeentemuseum, die in 1935 volgens de wil van Henri Berlage de bezoeker ook moest voorbereiden op de komende kunst - net een kloostergang zonder religieuze bestemming. Deze formule maakte her en der op de wereld school voor museale concepten.

Monumental statue with two heads, Jordan, Ain Ghazal, about 6500 BCE, Department of Antiquities of Jordan, foto auteur

Paradoxaal gezien is de faam van het in 2017 geopend Louvre Abu Dhabi dan toch verbonden met een religieus item. Hier hoopte men namelijk met veel trots Leonardo da Vinci’s ‘Salvator Mundi’ uit ca. 1500 te kunnen tonen, het grote schilderij van een jonge Christus met lange krullen, dat voor de hoogste prijs ooit ($ 400 miljoen) werd geveild. Misschien iets te voorbarig: de krullen en ook de handen leken de specialisten een beetje slap geschilderd, dus niet zo betrouwbaar van de hand van de meester. Enfin, het kunstwerk werd voor verder onderzoek weggehaald.

Eigenlijk zou dit werk van Leonardo, waar zoveel ophef over werd gemaakt en waar iedereen naartoe zou willen stromen als naar de ‘Mona Lisa’, het concept van dit museum sowieso in de weg hebben gestaan. Het idee is hier juist een anti-hiërarchische presentatie in tegenstelling tot zijn Parijse tegenhanger.

Dat wordt al in de eerste zaal duidelijk. In een paar vitrines staan dikwijls drie kleine figuurtjes of drie maskers met een verschillende culturele achtergrond. Een Afrikaans figuurtje uit hout gesneden staat zij aan zij naast een beeldje van een Egyptische farao, dat weer een gouden beeldje van Maria met haar kind uit de Europese middeleeuwen vergezelt. Weliswaar vertegenwoordigt elke figuur de spirituele waarde van zijn land, maar die staat hier niet ter discussie. Eerder is het nu de wijze waarop men hen met elkaar kan vergelijken: wat hebben ze met elkaar gemeen, wat is het verschil? Hoe ziet hun anatomie eruit, hun houding, uitdrukking: trots of sensitief?

Louvre Abu Dhabi, Ai Weiwei, foto auteur

Hier telt het menselijke boven de context, de actualiteit boven de chronologie, hun vergelijkbaarheid boven de misschien onvergelijkbare historische achtergrond. Het waren mensen, die naar elkaar toe zijn getrokken om met elkaar in contact te komen, zo vertelt ook een topografische tekening op de grond van de zaal, waar niet alleen de Zijderoute, maar ook vele andere handelswegen uit alle windrichtingen zijn aangegeven. Aan de muren verbeeldt een netwerk van onregelmatig getrokken linies à la kunstwerken van François Morellet het idee dat mensen en hun culturen zijn verenigd.

Voor museumdirecteur Manuel Rabaté komt het erop aan begrip op te roepen voor ’the universal creativity of mankind’. Eigenlijk poogt hij in het museum van het Midden-Oosten, dat midden tussen Oosterse en Westerse culturen ligt, iets te consolideren dat men in de wetenschap ‘intermedialiteit’ of ‘interculturele hermeneutica’ noemt en dat met het vak ‘Vergelijkende literatuurwetenschap/comparistiek’ al decennia-lang aan vele universiteiten geïnstitutionaliseerd is.

Met behulp van deze discipline worden in de literatuur verhaalstructuren, onderwerpen en motieven, vormen van retoriek en wisselende paradigma’s bestudeerd. Maar voor de beeldende kunst is dit vak nog niet geïnstitutionaliseerd, hoewel op grond van de globalisering er stilletjes op veel universiteiten aan wordt gewerkt, zoals bijvoorbeeld op de Universiteit Leiden.

Louvre Abu Dhabi, Plank idol with two heads, Cyprus, 2300-1900 BCE, foto auteur

Over de voor- en nadelen wordt veel gediscussieerd: in het Louvre van Abu Dhabi valt dan bijvoorbeeld op dat niet meer het eigene van een bepaalde cultuur centraal staat. Het doel van de presentatie van de Madonna van Bellini (1480-1485) is niet begrip op te wekken voor het christendom, het doel van een prachtig vrouwenportret van Leonardo (La belle Ferronière, 1495-1499) en een schitterende ‘Vrouw voor een spiegel' van Titiaan (ca. 1515) is niet gericht om de specifieke cultuur van Italië te leren kennen, ze staan hier niet symbool voor de Renaissance, maar vertegenwoordigen visies op het vrouwbeeld: kritisch en observerend bij Leonardo, narcistisch bij Titiaan, wijs en vol gevoel voor verantwoording bij Bellini.

Niet educatie staat hier voorop, zij geldt kennelijk als ballast,  in plaats daarvan vooral zintuiglijkheid, empathie, haast verborgen zingevingen en identificaties. De kijker moet het maar zelf zien te ontdekken. En opeens verbaast men zich over kleine voetjes en lieve handjes, enge monsters en ook wel tekens van liefde. Bijvoorbeeld bij oeroude beelden van echtparen, die het lichaam met elkaar delen, maar er met eigen hoofden uitsteken zoals bij een monumentaal beeld uit het gebied van de Jordaan (ca 6500 jaar voor Chr), of het geinige terracotta-idool met twee hoofden uit Cyprus (2300-1900 voor Chr.)

Louvre Abu Dhabi uit zee gezien, copyright Louvre Abu Dhabi, foto Roland Halbe

Alleen op de afdeling eigentijdse kunst, waar je opzienbarende werken van Ai Weiwei en Jean-Michel Basquiat tegenkomt, lijkt de presentatie nog een beetje toevallig. Wel zijn ook hier kunstwerken uit alle streken verenigd, zelfs van de hand van een Aboriginal kom je hier een wit schilderij tegen, maar de leidende handen van de presentatoren zijn hier minder pregnant te bespeuren. Dit fenomeen geldt ook voor de twee tentoonstellingen over Rembrandt, Vermeer en zijn omgeving, waar enkele stukken van de meesters met minder befaamde, maar soms niet minder goede werken van Lastman, Dou, Lievens, Bol en van Gelder – vaak uitgeleend uit de nog jonge Leiden Collection uit New York - vergeleken kunnen worden.

Hier wordt dan toch het eigene van de Nederlandse cultuur uit de Gouden Eeuw voorgesteld en niet in vergelijking met de globale, alomvattend antropologisch getinte opvatting van cultuur. Daarvoor moet je terug naar de andere ‘wings’, waar het museum onder het gefilterde licht van Jean Nouvels koepel reclame maakt met de leuze: ‘See humanity in another light.‘ Of je kijkt op het terras van het museum over het lichtblauwe water stilletjes uit naar de Perzische Golf, waar je in de verte Iran kan vermoeden.

Louvre Abu Dhabi. Exhibition: Rembrandt, Vermeer & Golden Age, Masterpieces from the Leiden Collection and the Musée du Louvre. 14/2 –18/5- 2019

Voor meer informatie: http://www.louvreabudhabi.ae

Louvre Abu Dhabi, Grand Vestibule, copyright Louvre Abu Dhabi, foto Marc Domage

 

 

 

Reageren