Frans Hals in Rijksmuseum: ook fenomenaal als vrouwenschilder

Geplaatst in Exposities en getagged met , op door .

Frans Hals, Portret van Catharina Hooft en haar min, 1619-1620, Staatliche Museen zu Berlin, Gemäldegalerie Berlijn

De kennismaking van Museumkijker met Frans Hals dateert van begin jaren zestig van de twintigste eeuw. De Haarlemse opa nam ons mee naar de schuttersstukken van Frans Hals, een ontmoeting die diepe indruk maakte: dat je met verf zoiets ‘levends’ kon scheppen, óngelooflijk. Museumkijker was vele jaren Haarlemmer, de magie van vroeger bleef. Nooit vermoed, maar juist vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw werd Hals niet langer tot ‘de grote drie’ van de Gouden Eeuw-schilderkunst gerekend. Hals verdween naar de achtergrond omdat impressionisme en expressionisme de losse toets zoals hij die had geperfectioneerd gemeengoed hadden gemaakt. Bij de tanende belangstelling voor zijn grensverleggende werk speelde ook mee dat portretten, vijf zesde van zijn oeuvre, minder geliefd zijn dan voorheen, aldus Friso Lammertse en Bart Cornelis in de catalogus bij de deze week geopende Hals-expositie in het Rijksmuseum. Al met al na ruim dertig jaar de hoogste tijd voor een nieuwe expositie met een herwaardering voor nieuwe generaties. Voor Museumkijker een weerzien met oude bekenden onder de achtenveertig schilderijen die de komende maanden in het Rijks bijeen zijn. Maar tegelijk een onverwachte kijkervaring met een hedendaagse blik: ere wie ere toekomt voor de vrouwen zoals Hals die vereeuwigde.

Frans Hals, Familiegroep in landschap, ca 1646, Museo Nacional Thyssen-Bornemisza Madrid

In het hoofdstuk ‘Portret tot kunst verheven’ stelt Cornelis vast dat vaak wordt gezegd dat 17de-eeuwse mannenportretten sprekender zijn dan die van vrouwen. In zijn algemeenheid zit daar volgens hem wat in, maar alleen al het ‘Portret van Catharina Hooft met haar min’ bewijst dat Hals zich met net zoveel aandacht op vrouwengezichten richtte. Cornelis: ‘In zijn gehele oeuvre zijn er genoeg werken die blijk geven van zijn grote bekwaamheid om het karakter van zijn vrouwelijke geportretteerden te vangen.’ Onder de foto’s om dat te tonen koos Museumkijker ook ‘Familiegroep in landschap’ uit de collectie van het Museo Nacional Thyssen Bornemisza in Madrid, de blik waarmee de vrouw haar man aankijkt voelt als uit het leven gegrepen.

Frans Hals, Jonge vrouw (La Bohémienne), ca. 1632, Louvre

Datzelfde kan worden gezegd over ‘Jonge vrouw (La Bohémienne)’ uit het Louvre, met zijn briljante losse toets wist Hals ook een decolleté perfect op het doek te zetten. Zijn latere collega James McNeill Whistler (1834-1903) reisde in 1902 naar Haarlem om het werk van Hals met eigen ogen te kunnen zien. Hij klom op een stoel om ‘Regentessen van het Oudemannenhuis’, van nabij te bewonderen. Zijn ontroerde reactie : ‘Kijk – kijk toch – kijk naar die prachtige kleur – het vlees – kijk naar het wit – dat zwart – kijk hoe die linten erin zijn gezet, o, what a swell he was.’ In de laatste zaal van de expositie kijken de regentessen ons nu ernstig aan, oudere vrouwen, het eind van hun levens in zicht. Het eerbetoon dat Hals ook deze vrouwen bracht is een van de onvergetelijke blijken van zijn meesterschap. Frans Hals (1582/84-1666) schilderde de vrouwen ca. 1664, bijna op het eind van zijn lange leven, voor zijn levensonderhoud inmiddels afhankelijk van armenzorg.

Frans Hals, Regentessen van het Oudemannenhuis ca 1664, Frans Hals Museum

De Frans Hals-expositie in het Rijksmuseum duurt tot en met 9 juni. Voor meer informatie http://www.rijksmuseum.nl

Reageren