Na vijf jaar heropening Museum Arnhem: schitterend vernieuwd platform engagement

Museum Arnhem, mei 2022, © foto Jannes Linders

Door Lucie Th. Vermij

Sinds mei heeft Museum Arnhem zijn deuren weer geopend en hoe! Liefst vijf jaar duurde de sluiting, het was het wachten waard. Het museum is gehuisvest in een karakteristiek gebouw met ronde koepel, schilderachtig hoog gelegen op een stuwwal van de Nederrijn. Het complex is schitterend verbouwd: groots, meeslepend, zeer verwelkomend. De historische koepel uit 1873 is in oude glorie hersteld. Die is nu de ontvangstruimte en centrale ontmoetingsplek met Café Pierre. Er is 1100 vierkante meter tentoonstellingsruimte bijgekomen in een nieuwe vleugel, een monumentale blikvanger die over de stuwwal uitsteekt. Het beeldenpark met uitdagende beelden, de  museumwinkel en Café Pierre zijn gratis toegankelijk. Via de ronde entree kan de bezoeker met  toegangskaartje naar de tentoonstellingen in beide vleugels.

Voor wie in de geschiedenis van museumgebouwen geïnteresseerd is: Museum Arnhem - opgericht in 1856 - is sinds 1920 gevestigd in een voormalige herensociëteit voor Indiëgangers aan de Rijn. Zo lang ik het ken opvallend maatschappelijk en politiek geëngageerd. Zeer populair was directeur Pierre Janssen, die van 1959 tot 1972 met programma’s op televisie een landelijke bekendheid was: hij bracht kunst aansprekend naar het grote publiek. In de jaren tachtig en negentig onder directie van Liesbeth Brandt Corstius werd het museum uitgesproken feministisch, een podium voor inmiddels bekende kunstenaressen wier licht tot dan toe onder de korenmaat was gebleven.

Museum Arnhem april 2022 © foto Jannes Linders

Sinds 2015 heeft Saskia Bak de leiding. Bij haar aantreden zei ze dat ze de kunst in de geest van Pierre Janssen nog meer naar de mensen wilde brengen. Daartoe had het museum meer tentoonstellingsruimte nodig, moesten bezoekersvoorzieningen worden verbeterd en het uitzicht en de tuin meer bij het museum betrokken. De Arnhemse gemeenteraad volgde haar plannen. Benthem Crouwel Architecten uit Amsterdam – onder meer bekend van ‘de badkuip’ van het Stedelijk Museum in Amsterdam - maakte het ontwerp. Het museum ging in 2017 dicht. Maar het budget dat de gemeente ter beschikking had gesteld bleek absoluut niet toereikend. Geen aannemer was bereid  binnen die financiële kaders te bouwen, het beschikbare bedrag moest omhoog. In 2020 is de firma Rots Bouw BV uit Aalten aan de verbouwing begonnen. Die heeft uiteindelijk 23 miljoen euro gekost, waarvan 22,5 miljoen euro van de gemeente Arnhem en 500.000 euro van de Provincie Gelderland.

Museum Arnhem, april 2022 © foto: Jannes Linders

En nu is het klaar. In drie openingspresentaties stelt het museum de eigen collectie (25.000 objecten) opnieuw aan de bezoekers voor. De eigen collectie bestaat uit oude kunst, nieuwe kunst, Nederlandse en wereldwijde kunstenaars. Er zijn bekende namen als Klaas Gubbels, Pyke Koch, Jan Mankes en Fiona Tan in vertegenwoordigd, maar ook jonge kunstenaars als Esiri Erheriene-Essi en Zanele Muholi. Volgens Bak gaat de collectie gaat over het 'nu' en over mensen waar ook ter wereld en wordt die niet meer in een vaste opstelling getoond, maar in wisselende tentoonstellingen. De publiekslievelingen blijven te zien, maar steeds in een andere context, in nadrukkelijk hedendaagse perspectieven.

De hoofdtentoonstelling ‘Tenminste Houdbaar Tot’ is gewijd aan de uitputting van de aarde: het gaat over klimaatverandering, natuurbehoud en milieuvervuiling, kolonialisme. De uitbuiting, de vervuiling, het afval, het stijgen van de zee, het economisch gewin als Leitmotiv bij alles. Maar ook de verbinding die mensen voelen met dieren en planten.
Verpletterend vrolijk, in eerste instantie in elk geval, is de installatie ‘Gbor Tsui’ (2019) van de Ghanese kunstenaar Serge Attukwei Clottey (1985). Die oogt als een goudgeel reuzengordijn, samengesteld uit stukjes gerecycled plastic. Dat plastic is afkomstig van jerrycans die jarenlang gebruikt zijn om kookolie vanuit het VK naar Ghana te vervoeren. In perioden van droogte werden ze gebruikt om water te transporteren. Nu overtreft het aantal jerrycans de beschikbare hoeveelheid water. Veel belanden als zwerfafval op straat en vallen uiteen in kleine stukjes. Het werk raakt dus aan complexe problemen als waterschaarste en milieuvervuiling.

Museum Arnhem juni 2022, Gbor Tsui, 2019, Serge Attukwei Clottey (Ghana 1985), © foto Jannes Linders

Ook is er veel mooi teken- en aquarelwerk van de 19e-eeuwse Arnhemmer Maurits Ver Huell, die een aanzienlijk deel van zijn leven als marine-officier in Nederlands Indië verbleef, waar hij veel tekende, zowel botanische tekeningen als portretten van inlanders en oorlogstaferelen van het Nederlandse leger tegen de oorspronkelijke bevolking. Zijn werk is een substantieel onderdeel van de  collectie. Je leert hem kennen als romanticus, maar ook als een paternalistisch patriciër. Om kritische afstand tussen bezoeker en kunstwerken in te bouwen hangt het achter hoge vitrages. Moet dat dan niet bij élk kunstwerk, vraag je je af.

Het is niet allemaal zo streng. Het gaat ook veel over liefde voor dieren en planten die altijd al een grote inspiratiebron voor kunstenaars wereldwijd zijn geweest. De dierenbroches van Felieke van der Leest (1968) vertellen fabelachtige mini-verhalen. Schilder Jan Mankes (1889-1920) voelde een persoonlijke band met de dieren die hij schilderde, van spinnen tot geiten.

De groot formaatwandtapijten ‘Pacha’ van de Peruaanse kunstenares Claudia Martinez Garay (1983) met krachtige Andische symbolen (een poema met opengesperde bek, de aardappel en maïskolf, een condor en slang) refereert aan het wereldbeeld van haar Peruaanse voorouders. Ze bieden een andere kijk op de natuur, tijd en ruimte.

Maurits Ver Huell, Molukken - Nederlanders in gevecht met Ambonezen, aquarel 1817, eigen foto

De tentoonstelling ‘Van links naar rechts’ is gewijd aan kunst uit  het Interbellum, de jaren tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Centrale thema is politieke polarisatie. Het waren jaren waarin de invloed van de politiek steeds zichtbaarder werd en vooral sociaal geëngageerde en activistische kunstenaars in de kunstgeschiedenis voor lange tijd naar de achtergrond verdwenen. Centraal staan de geëngageerde activisten uit die tijd, hun carrières, en de collectievorming van musea. Die insteek leverde herontdekkingen op, zoals Amsterdamse kunstenaars die zich tegen racisme en nationaalsocialisme keerden: Harmen Meurs, Berthe Edersheim en Nola Natterman. Hun werk wordt gepresenteerd naast bekende namen als Carel Willink, Raoul Hynckes en Pyke Koch. Al met al is de tentoonstelling een overzicht van een eeuw neo-realisme, met ook werk van Marlene Dumas, Iris Kensmil en Dorian Hiethaar.

Helma Pantus, De Storm, 1991, eigen foto

In het ‘oude’ gebouw is de tentoonstelling ‘Open’ geheel in de geest van oud-directeur Pierre Janssen aan educatie en reflectie gewijd. Reflectie: op de collectie, de plaats van de kunst in de samenleving, het museum en de beleving van de toeschouwer. De bezoeker wordt uitgenodigd zich te verhouden tot zijn manier van kunst kijken, tot de collectie, wat zien we, wat roept het op? Kijk eens wat langer dan negen seconden. Scroll eens door de collectie, ontdek verbindingen en geef je voorkeuren. Er is informatie over verzamelingen, de restauratie, de keuzes die gemaakt worden, de achtergrondinformatie. De begeleidende teksten zijn op spiegels gemonteerd, zodat je daar bij alles wat je probeert te lezen vooral jezelf ziet. Het is even wennen, want je komt toch om naar mooie dingen te kijken, niet naar jezelf. Maar er wordt een mooie gelaagdheid aan kennis en ervaring aangeboord: de collectie, materialen, de restauraties, de ideeën, de achtergronden, de reacties, de vakkennis. Zelfreflectie hoort daar ook bij.

Charley Toorop, Stilleven met bloemen en vruchten, 1927

En dan is er buiten ook nog het beeldenpark met het schitterende uitzicht over de Nederrijn. Blikvanger bij de ingang is het 3,5 meter hoge nieuwe beeld Asis Rafiki (Zonnevriend) van Doesburgse kunstenares Monika Dahlberg. Veel beelden zijn door de jaren heen verworven naar aanleiding van de (Arnhemse) Sonsbeektentoonstellingen. Veel werk, zoals dat van Alighiero Boetti, Marc Quinn, Rebecca Horn, Maria Roosen, Maja van Hall en ook weer Asis Rafiki bevragen kwesties van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Museum Arnhem: gaat dat zien.

Hadassah Emmerich, Hot house II, 2003, eigen foto

Tenminste houdbaar tot’ is te zien tot en met 23 januari 2023

Museum Arnhem, Utrechtseweg 87, 6812 AA Arnhem.

https://www.museumarnhem.nl

Reageren