Twintigste eeuw in Rijksmuseum zonder koningin Beatrix

Geplaatst in Musea en getagged met , op door .
F.K.23 genaamd 'Bantam'  dubbeldekker, 1918, copyright Erven Frits Koolhoven

F.K.23 genaamd 'Bantam' dubbeldekker, 1918, copyright Erven Frits Koolhoven

* Als koningin Beatrix morgen tijdens de opening van het vernieuwde Rijksmuseum de nieuwe afdeling twintigste eeuw bezoekt zal ze zichzelf niet tegenkomen. Losgekoppeld van de actualiteit wordt het verhaal van de eeuw verteld aan de hand van voorwerpen, schilderijen, fotografie, films, tijdschriften en architectuur. Het pistool waarmee Pim Fortuyn werd vermoord in 2002 wordt voorlopig voor het nageslacht bewaard door het Openbaar Ministerie, maar of het - zoals het zwaard waarmee Oldenbarnevelt werd vermoord - ooit in het Rijksmuseum wordt getoond, is de vraag. Conservator geschiedenis Harm Stevens: ,,We hebben ook een verzamelopdracht, maar de tijd moet uitwijzen wat beklijft. We stoppen niet voor niets één generatie terug. Actueler kan nog niet.’’

Als overkoepelende thema’s voor de presentatie kozen Stevens en zijn collega beeldende kunst Ludo van Halem ‘mens en machine’ ( 1900-1950) en ‘vrijheid en wederopbouw’ (voor 1950-2000). Uitgangspunt was dat objecten niet langer illustratie van historische gebeurtenissen zijn zoals op de vroegere afdeling Nederlandse geschiedenis, maar in een dialoog met kunst de ‘sfeer’ van de eeuw oproepen. ,,Dat ligt in het verlengde van wat er in het museum ook  bij de andere eeuwen is gedaan. We blijven object-gericht en tonen alleen wat ook visueel interessant is. Dat Fortuyn-pistool is bijvoorbeeld niet mooi’’, constateert Stevens alvast. Van Halem: ,,We zijn geen historisch museum, zoiets als het bureau van Drees tonen is te anekdotisch. Maar er zijn wel rondleidingen en ‘inzoomers’ op de tekstbordjes om de loop van gebeurtenissen duidelijk te maken.’’

In de twintigste eeuw van Stevens en Van Halem staat de esthetiek van de voorwerpen voorop. Een zandstenen Javaan in kleermakerszit die met verstilde bewondering naar een motorblik kijkt – een fors beeld van Marinus Johannes Hack uit ca. 1913 – heet de bezoekers welkom. Een ietwat ongemakkelijke herinnering aan het Nederlandse koloniale verleden zijn ook de tientallen gipsen gezichtsmallen die wetenschapper J.P. Kleiweg de Zwaan rond 1910 op het eiland Nias nabij Sumatra maakte. Kleiweg de Zwaan deed onderzoek naar de fysieke kenmerken van mensenrassen. Zijn gipsmallen werden naar Nederland gebracht om er verbluffend levensechte afgietsels van te maken. Antropologen boekstaafden ze als dé kenmerkende rassen van Nias. Het Rijksmuseum heeft de maskers voorlopig in bruikleen van het Universiteitsmuseum Utrecht.

De Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog heeft één vitrine gekregen, in alle soberheid genoeg om emoties over de holocaust ook een uitlaatklep te geven. Er hangt een concentratiekampjas die door Isabel Wachenheimer werd gedragen in concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk, waar ze als zestienjarige terecht kwam. Ze overleefde de oorlog en overleed in 2010. In de vitrine ligt ook het foto-album uit haar jeugd dat is opengeslagen op de pagina waarop ze met haar vader en moeder staat.  De familie Wachenheimer ontvluchtte nazi-Duitsland in 1937 en vestigde zich in Rotterdam. Vader en moeder kwamen in oktober 1944 in Auschwitz terecht, waar ze meteen na aankomst werden vermoord. Er tegenover staat een nazi-schaakspel van coromandelhout en aardewerk uit 1940 absurd te zijn: de schaakstukken hebben de vorm van wapens gekregen. Waarschijnlijk heeft  SS-leider Himmler het aan NSB-leider Mussert geschonken.

De Nederlandse luchtvaartpionier Frits Koolhoven ontwierp de F.K. 23 Bantam, een dubbeldekker-gevechtsvliegtuig dat bedoeld was  voor de Britse luchtmacht. Het kwam nooit in productie, maar nam in 1919 wel deel aan de Eerste Luchtverkeers Tentoonstelling Amsterdam, een evenement dat wordt beschouwd als het begin van de burgerluchtvaart in Nederland. De ‘Bantam’ is een prachtig staaltje vakwerk, een museale plaats meer dan waard. Het toestel kijkt uit op twee prachtige Mondriaans (bruiklenen uit de VS), een zeldzame witte stoel van Gerrit Rietveld uit 1923 en de schitterende ontwerp-tekeningen van Theo van Doesburg voor Café Aubette in Straatsburg, bruiklenen van het Nederlands Architectuur Instituut. In de jaren zestig bedacht Constant ‘New Babylon’ voor de nieuwe spelende mens en maakte Ferdi Wombtomb, een van haar geestige meubelsculpturen vol seksuele symboliek. Tajiri protesteert nu voortaan in het Rijksmuseum tegen de Vietnam-oorlog met het machinegeweer-achtige object dat hij in 1964 maakte.

Bert Haanstra filmde in 1962 het dichten van het Veerse Gat, de tijd dat stoere werklieden nog vooral alpinopetten droegen. Johan van der Keuken is er met de filmimpressie ‘De Tijdgeest’ die hij in 1968 van protestbewegingen maakte. Intussen ontwierpen Johan Niegemann en Mart Stam woongemeenschappen met een keuken waar gemeenschappelijk werd gekookt. Op de wand naast Het Laatste Avondmaal van Marlène Dumas – een recente schenking – is Bas Jan Ader hartverscheurend aan het huilen in ‘I am too sad to tell you’, 3.34 minuten film uit 1971. Openlijk huilende mannen, ook dát gebeurde in de twintigste eeuw. Ader verdween 1975 spoorloos tijdens een zeiltocht over de Atlantische Oceaan. Maar Stevens benadrukt: ,,We blijven een dynamische afdeling, deze opstelling gaat zeker ook weer veranderen.’’

Zie ook: www.rijksmuseum.nl. Dit verhaal is ook verschenen in de kranten van De Persdienst.

Reageren