The Crossing in Stedelijk Museum: elf keer LHBTQI-horror van Carlos Motta

Carlos Motta, Zizi uit The Crossing 2017 (videostill). Met dank aan de kunstenaar, Instituto de Visión, Bogotá, galerie Mor Charpentier, Parijs, Galeria Filomena Soares, Lissabon en galerie P.P.O.W. New York

Carlos Motta, Zizi uit The Crossing 2017 (videostill). Met dank aan de kunstenaar, Instituto de Visión, Bogotá, galerie Mor Charpentier, Parijs, Galeria Filomena Soares, Lissabon en galerie P.P.O.W. New York

*Carlos Motta (Bogotá, 1978) realiseerde in opdracht van het Stedelijk Museum ‘The Crossing’, een tweedelige installatie met video’s en objecten waarin hij hedendaagse met historische verhalen over noodgedwongen migratie vervlecht. Van elf LHBTQI-vluchtelingen (LHBTQI: Lesbisch, Homoseksueel, Biseksueel, Transgender, Queer en Interseksueel) uit Egypte, Iran, Irak, Marokko, Syrië en Pakistan is een videoportret gemaakt: hun verhalen over homofobie en vervolging gitzwart. En eenmaal hier óók nog intimidatie en vernedering door medevluchtelingen tijdens de asielprocedure. Horror: was het echt zo erg, ja dus. Misschien een idee schoolklassen langs te sturen nadat ze ter lering de Nachtwacht uit de Gouden Eeuw hebben bekeken? Vlakbij tenslotte.

Aan de andere kant van de twee verduisterde zaalhelften waar de video’s worden gedraaid, staan vitrines – mooi zacht verlicht - met ‘stille getuigen’ van eerdere migratiestromen. Uit de collecties van Rijksmuseum, Tropenmuseum en Amsterdam Museum koos Motta daarnaast objecten die naar ons koloniale verleden en de invloed van onze overheersing op de culturele identiteit van gekoloniseerde volkeren verwijzen.

Onder veel meer zijn er etsen uit 1732-1733 die de vervolging van Salzburgse lutheranen en de emigratie van een aantal van hen naar de Nederlanden verbeelden. Henri Verscijnen en Joseph Frenay ontwierpen in 1914 voor de N.V. Société Céramique twee aardewerken borden om de opvang van Belgische vluchtelingen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog te 'vieren'. De vrouw die het Koninkrijk der Nederlanden verbeeldt deelt brood uit, 'de' leeuw ligt vredig aan haar voeten. Vanzelf ook aandacht trekkend: de wajangpop van een Nederlandse soldaat uit de periode voor 1979, tussen 1945 en 1949 ontwikkeld om tijdens Wayang-revolusi propaganda tegen de Nederlandse overheersers te maken. Van Ernest Hardouin hangt er schilderij dat hij tussen ca. 1835 – 1845 van Huis op Rijswijk in Batavia maakte, het paleis waar op 25-11-1946 het Akkoord van Linggadjati werd gesloten.

Een lichtpuntje van recente datum: het ontwerp van Corné Gabriëls voor de djellaba die de Marokkaanse deelnemers aan de Gay Canal Parade van 2014 droegen. Het was voor het eerst dat er een Marokkaanse boot deelnam. Gabriëls hoopte met zijn ontwerp – hij gebruikte de Marokkaanse vlag, met roze in plaats van rood als achtergrond – de discussie over homoseksualiteit in Marokkaanse families aan te wakkeren.

Stedelijk Museum-conservator Martijn van Nieuwenhuyzen had de opdracht aan de – internationaal gevierde - Motta onder zijn hoede: ,,Zijn werk is zowel poëtisch als onmiskenbaar activistisch. In The Crossing komen die twee aspecten samen: de ontroerende, persoonlijke verhalen van de vluchtelingen en het politieke statement dat hun verhaal symboliseert. Ik ben trots op deze opdracht van het Stedelijk.’’ Van Nieuwenhuyzen herinnert er aan dat de thema’s genderidentiteit en queer sinds de expositie ‘From the Corner of the Eye’ in 1998 regelmatig terugkomen in het programma van het Stedelijk.

De expositie ‘The Crossing’ in het Stedelijk Museum duurt tot en met 7 januari. Voor meer informatie: http://www.stedelijk.nl

Zaalopname Carlos Motta, The Crossing 2017, Stedelijk Museum Amsterdam. Foto: Gert Jan van Rooij

Zaalopname Carlos Motta, The Crossing 2017, Stedelijk Museum Amsterdam. Foto: Gert Jan van Rooij

 

Reageren